De kleuren van de regenboog

In haar reeks ‘Spaanse verhalen’ van Tanja Nabben ging het afgelopen woensdag over minder leuke dingen die er ook gebeuren in een Spaans dorp. Ze beschrijft haar oorspronkelijke naïviteit als haar Bambi-fase, een begrip waar ik wel iets mee kan. Nadat ik het stukje over de ‘Fellini-gruwel’ gelezen had, kon ik niet anders dan tegenover mezelf bekennen dat ik eigenlijk ook liever in een Bambi-fase verkeer…
Met eenzelfde naïviteit keek ik, en ik schaam me niet om het te zeggen, altijd naar kinderboekenschrijvers en hun werk. Ik zag ze als kind gebleven persoonlijkheden met de kostbare gave nooit het gevoel van kind zijn en kinderlijke onschuld, openheid en nieuwsgierigheid te verliezen, bevoorrechte mensen die de taal van kinderen beheersten en alledaagse en/of fantastische verhalen in de taal van kinderen konden vertalen en uitleggen. Mensen die dan ook in een soort sprookjesachtige wereld verkeerden. Want hoe kun je anders zoiets moois verzinnen?
Nu begint mijn luchtkasteel een beetje af te brokkelen. Ook kinderboekenschrijvers moeten vechten om te overleven, de concurrentie is gigantisch, de werkelijkheid is hard en kent geen erbarmen en de strijd is niet altijd eerlijk…
Net zoals in de wereld van de volwassenen literatuur is er het systeem van bestsellers ingeslopen, van een Top 10, een Top 100… nee, eerder een Top 10. Dat zijn de meest verkochten, de kaskrakers, boeken die de winkel uitvliegen, boeken waar je in de rij voor moet staan, boeken die succes garanderen.
Nu las ik toevallig vandaag een stuk van Marcel van Driel ‘Paul van Loon maakt dik’. Ik ben het helemaal met hem eens! Een beoordeling van een boek of een recensie moet onafhankelijk zijn van verkoopcijfers en gradaties en criteria van trendy of topper of wat dan ook. Boeken die razend populair zijn, zijn zeker niet bij voorbaat pulp, evenmin maakt het deze boeken automatisch tot ‘de besten’ die er zijn. Ik wil hier ook helemaal niet oordelen, geen lijstjes maken van goede en slechte kinderboeken, waardevolle en verantwoorde boeken tegenover ‘snoepjesboeken’ stellen. Waar het mij om gaat is mijn vrees te uiten, dat er stilletjes en zonder veel ophef een heleboel mooie boeken uit de kinderboekenwereld gaan verdwijnen, omdat er slechts een handjevol uitgeverijen over de middelen beschikken om èèn product zodanig te promoten, te pushen en omnipresent te maken dat er snel de indruk ontstaat dat er anders niets bestaat of in ieder geval verder niet ter zake doet. En ja, ik kan zomaar een voorbeeld noemen. De ontzettend leuke „Donders“ serie van Selma Noort dreigt bijna onopgemerkt in rook op te gaan.
Kinderen zijn gevoelig voor prikkels van buitenaf en hebben geen verweer tegen psychologisch gevoerde campagnes die je betaalt met status ‘buitenbeentje’ als je er geen gehoor aan geeft. Zo’n Top 10 heeft nog een groot voordeel. Je komt altijd met het goede boekencadeau, het is onmogelijk dat je er naast ligt.
Maar een hype is tijdelijk en vluchtig. Ondertussen hebben andere boeken, andere schrijvers allang de ongelijke strijd verloren en verdwijnen hun kleuren van het palet.
En ik herhaal, het is niet mijn bedoeling om te oordelen. Ik kan het geen uitgeverij en geen boekhandel kwalijk nemen, die het zekere voor het onzekere nemen, die in tijden die alles behalve rooskleurig zijn, vooral voor boeken kiezen met weinig risico en met grote kans op winst. Maar ik wil wel graag mijn hoop uiten dat èn uitgeverijen èn de boekhandel moedig en standvastig genoeg zijn om alle kleuren van de regenboog te blijven bewaren… voor jonge lezers en voor kinderen… want alleen in zijn diversiteit, alleen in zijn geheel en in het samenspel van kleuren, is de regenboog mooi en in staat de rijke fantasie van kinderen te evenaren.
Het sterke betoog van Marcel van Driel bevat een mooie zin. ‘… de lezer serieus nemen. Alle lezers.’
Ja, en dan zijn we terug bij af, terug bij mijn naïviteit. Toch denk ik dat het kan.

P.S. Volg de interessante discussie op stoerboek.nl

One thought on “De kleuren van de regenboog

  1. Ik vind het heerlijk om in de ‚Bambifase‘ te verkeren. Dat is het fijne van kinderboekenschrijver zijn: je leeft in twee werelden. Wat er ook gebeurt in je volwassen leven, als je schrijft kun je alles! Vliegen in de ruimte, rennen als een struisvogel, problemen maken en weer oplossen, veel dapperder zijn dan in het echt en dansen op muziek die alleen jij hoort. En de lezer die zich mee laat nemen door jouw verhaal. Fantastisch vak toch?

Schreibe einen Kommentar

Deine E-Mail-Adresse wird nicht veröffentlicht. Erforderliche Felder sind mit * markiert