Intussen ben ik al zo lang (bieb)blogger dat ik in mijn eigen archief op zoek kan gaan naar wat ik eerder schreef. Teruggaand naar 28/7/2012 kom ik ‚Uitverkoop‚ tegen. Toen werd mijn stukje intern nog verspreid, werd mij gecomplimenteerd met mijn ‚goede column‘ en werd mijn eigen indruk bevestigd: ‚het was nooit de bedoeling dat wij waterdrager worden.‘
Maar toen, twee jaar geleden, was het al te laat, was er al geen terug meer, zoals nu blijkt. Het plan stond vast en werd met de precisie van een Zwitserse klok uitgevoerd. Niet zonder weerstand, niet zonder verzet, wat het tijdschema en het aantal interim directeurs enigszins buitenproportioneel liet groeien, maar goed, vermurven, charmeren en intimideren, uiteraard alles binnen het wettelijk toegestane, heeft zijn tijd nodig. De volhouder wint. Na twee jaar is iedereen wel een beetje zover, zijn er geen reserves meer, is iedere vorm van verzet gebroken, zeker als de tijd dringt, de druk voortdurdend wordt opgevoerd, het personeel een visie aangeboden wordt van: Dood of gladiolen. Of het gaat door of we zijn failliet.
Kan er dan nog sprake zijn van een keuze? Een vrije keuze zeker niet. Schadebeperking. Hooguit dat. Na al die tijd is iedereen moe, uitgebloed, een makkelijke prooi.
Een vergelijkbaar proces was te volgen in de Provinciale Staten van Zeeland, tijdens de vergaderingen, waarbij wij ergens op de agenda een punt uitmaakten. In het begin nog best veel vragen, kritische vragen, er werd nog over zin en onzin van een lokaal onderzoeksbureau gepraat, dat uitsluitend bekostigd wordt door de provincie, iets ‚wat toch niet meer van deze tijd is‘, ‚aan cijfers komen we ook via andere aanbieders, en nog goedkoper ook’… Het is allemaal gezegd, tijdens eerdere vergaderingen. Algemene tenor was: Scoop op afstand. Van Scoop wilde ierdeen af, op een of ander manier. Voordat het publiek en de pers voor meerdere weken buitengesloten werd van het verdere proces, omdat het allemaal zo ingewikkeld was en de bestuurders tijd en vooral rust nodig hadden, hoorde ik zelfs stemmen binnen de PS, en dat maar liefst van 3 verschillende partijen, dat het concept ‚Zeeuwse Bibliotheek‘ wel alle steun en waardering had, waarentegen de noodzaak van een Zeeuws planbureau vele vraagtekens opwierp.
Alle vragen zijn nu van tafel. Op het laatst gereduceerd tot een rekensom, een kostenplaatje. De bestuurders van beide instellingen waren van 10 naar 4.5 miljoen terug gegaan. Dat moest ook de laatste twijfelaar overtuigen. Goed, de een of ander zei nog dat het erg jammer was dat dit terugbrengen om een aanzienlijk bedrag voor de volksvertegenwoordigers niet geverifieerd en verklaard kon worden omdat het tot een geheim dossier was verklaard, maar een dwarsligger die er meer achter wil zien. De gedeputeerde Ben de Reu, die geen seconde twijfelde aan zijn overtuigingskracht, adviseerde de aanwezigen ten zeerste daar ook niet verder naar te graven. Zijn ‚advies‘ had het gewenste resultaat. Iedereen legde zich erbij neer. De SP spartelde nog heel even tegen, maar op de vragen van de SP werd door de gedeputeerde toch al niet gereageerd. De OR’s van allebei de instellingen hadden immers… aan mij is nooit iets gevraagd.
Blijft te vermelden dat er door zeker drie of vier vertegenwoordigers nog snel geroepen werd dat zij wel grote waarde hechten aan de wetenschappelijke functie van de bibliotheek. Ach. Vanzelfsprekend zullen de bezuinigingen duidelijk te zien zijn aan de collectie, zal de wetenschappelijke collectie voortschrijdend krimpen, de wetenschappelijke boeken zijn het duurst. En waar moet een bibliotheek verder op bezuinigen als het personeel al op een minimum teruggebracht is en er wellicht qua openingstijden en het aantal uren met ‚onbemenste‘ balies alle mogelijkheden tot op de bodem uitgeput zijn?
Meneer Beekman (CU) en meneer Hijgenaar (D66) gingen zelfs nog zo ver een voorstel te doen of er geen schotten en labels in de bedrijfsvoering van ‚De nieuwe organisatie‘ aangebracht zouden kunnen worden, om de financiering van de bibliotheek aan de ene en Scoop aan de andere kant uit mekaar te kunnen houden en zo te waarborgen dat tegenvallers bij Scoop niet ten laste gaan van de bibliotheek en daarmee o.a. ten koste van de belangrijke wetenschappelijke funtie? Meneer de Reu hielp deze heren snel uit hun dromen. Veel te complex en ingewikkeld natuurlijk, omdat er straks geen Zeeuwse Bibliotheek en Scoop meer waren, maar één nieuwe organisatie.
Jeroen van Dijen (SP), op wiens vragen dus bij voorbaat en zeer consequent niet gereageerd werd, zei nog iets waarvan ik denk en vrees dat we het ons met z’n allen nog zullen herinneren:
‚Stel dat het mis gaat, stel dat de ZB omvalt. Wat gaan we dan zeggen, straks? We stonden erbij en we keken ernaar?‘
Maar ook hier had een van de machtigste mannen in het kleine Zeeland het juiste antwoord: ‚Iets is pas een probleem als het aan de orde is.‘
Wat er gisteren dus daadwerkelijk gebeurde, en het voelt nog steeds als een slechte film, is, dat er ergens tussen de tafel van 15, de Tour de France, de zwaargewichtige zorgverkenner en de saneringskosten voor Thermphos, die oplopen to 38 miljoen, voorgoed een streep werd gezet door de Zeeuwse Bibliotheek. Je moet ergens beginnen.
Een zwarte dag!
Precies wat ik dacht, een zwarte vrijdag.
Jeetje… Ik heb het drama in de media gevolgd en ik heb al jouw blogposten erover gelezen en vroeg me dan telkens af of de beslissers jouw posten (het lijkt me belangrijk ook kennis te nemen van de meningen en ervaringen van werknemers) hebben gelezen of dat zij zich beperken tot hun eigen stukken en wellicht de media. Dat geldt overigens ook voor jouw empatische blogposten over andere treurige gebeurtenissen: het opheffen van standplaatsen van de bibliobus in kleine kernen. Verhalen uit het veld, je laat de gebruiker aan het woord via jouw weblog. Complimenten voor de betrokken manier waarop je alle gebeurtenissen rondom de ZB en de bibliobussen beschrijft.
Dag Anneke,
Je bent een trouwe lezeres, van begin af aan, en sterker nog, je leest mijn blogposts precies zoals ze bedoeld zijn. Voor mij is dat van grote waarde, bemoedigend en ook troostend, op een hele fijne manier.
Mijn dank is groot.
F.