Je kunt er eindeloos over discussiëren of de bibliotheek van de toekomst wel of geen muren nodig heeft, of digitaal en fysiek in vreedzame coëxistentie naast elkaar denkbaar en wenselijk is, elkaar aanvullend en versterkend, of kunnen we er beter vandaag dan morgen aan wennen dat de toekomst vooral digitaal zal zijn?
Ik heb geen idee, wel een voorkeur. Noem mij gerust een dromer. Ik hou van architectuur, ook al heb ik er weinig verstand van, en ik hou van bibliotheekgebouwen. Kortgeleden bracht ik nog een bezoek aan Sainte-Geneviève in Parijs, een sprookje! Maar nu dwaal ik af.
Het doet me deugd om te zien dat er, vooral in grote steden, geïnvesteerd wordt in het creëren van en het experimenteren met een nieuwe vorm van openbare ruimte die voor iedereen vrij toegankelijk is en tegelijkertijd de bibliotheek van morgen zichtbaar en tastbaar maakt. Een enorme uitdaging voor architecten, toekomstplanners, idealisten en bouwkundige filosofen. Neem b.v. De Krook, de nieuwe stadsbibliotheek van Gent, die overrompeld wordt door een boven alle verwachtingen uitstekende bezoekersfrequentie. Gebouwen kunnen kennelijk nog steeds werken als een magneet.
Aat Vos houdt zich als architect intensief bezig met bibliotheken als ‚third places‚. In Keulen werd zijn naam genoemd i.v.m. het nieuwe project Köln-Kalk, in DOK Delft kom ik hem persoonlijk tegen. Hier in Delft gaat het om een grootschalige verbouwing van de bibliotheek en een vertaling van de achterliggende filosofie naar een fysieke herindeling en vernieuwing.
Voor Erik is DOK Delft de thuishaven, zijn moederschip, en hij kan dan ook altijd rekenen op een warm welkom. Bovendien is aan hem gevraagd om mee te denken en mee te praten over Dé nieuwe hotspot en ‚third place‘ in Delft. Voor mij is DOK Delft altijd een uitblinker geweest, een bibliotheek van internationale allure. Ik twijfel er geen seconde aan dat DOK na deze metamorfose opnieuw richtsnoer en voorbeeld wordt voor bibliotheken in binnen- en buitenland.
Vanuit Delft terug naar Den Haag. Een afspraak waar ik me op verheug. Drie collega’s van Muntpunt Brussel vereren de KB met een bezoek, Leen Lekens (hoofdbibliothecaris), Tim Stroobanks (innovatie) en Roel Leemans (algemeen directeur Muntpunt en tevens sinds jaren een ‚twittermaatje‘ van mij) Ze zijn op zoek naar antwoorden omtrent het meten/de meetbaarheid van de maatschappelijke opbrengst van bibliotheken en de instrumenten die binnen de KB in het kader hiervan worden ontwikkeld. Niemand kan dit verhaal beter vertellen en het onderzoek beter toelichten dan Marjolein Oomes. Een complex onderwerp, maar dan op een heldere manier gepresenteerd zodat iets tamelijk abstracts concrete contouren krijgt. Meetbaarheid en bewijslast, nieuwe termen, termen die misschien nog een beetje onwennig zijn maar steeds belangrijker worden, zeker in tijden van schaarste. Een onderwerp als meetbaarheid hoeft niet saai en droog te zijn, dat leer is vandaag, wetenschappelijk onderzoek en een wetenschappelijk denkniveau eist duidelijkheid bij het definiëren van abstracte begrippen zoals participatie, zelfredzaamheid enz., begrippen die wij als vanzelfsprekend bezigen zonder er zeker van te kunnen zijn dat onze gesprekspartner er hetzelfde mee bedoelt. Een wetenschappelijke benadering kan niet zonder concretisering om tot de juiste vragen te komen. Hier ligt dan ook de kans om tot een gezamenlijke taal, een betere samenwerking te komen, en daardoor meer synergie te bereiken. De nieuwe meetinstrumenten zijn gereed om in verschillende pilot bibliotheken op hun validiteit en bruikbaarheid te worden getest.
Vanzelfsprekend was het team uit Brussel ook zeer geïnteresseerd in het project ‚Van Bibliotheek naar Beter: Innovatiekracht on demand‘. Wat doet Erik precies? Wat is het idee hierachter? Voor ons dan weer interessant de vergelijking met de situatie in Brussel waar in samenwerking met de universiteit van Brussel een groot onderzoek gestart is naar de impact van bibliotheken. Op de ontdekkingsreis van Leen, Tim en Roel staan ook fablabs/makerspaces ingepland. Het delen van de ervaringen die onlangs in Keulen zijn opgedaan (zie Makeresh-Express), waren bevorderlijk en bracht hen weer een stukje verder. Samenwerking over de grenzen heen, ik vind dat geweldig!