Een week geleden ontmoette ik Wim Keizer in Utrecht.
We hebben in ‚Het Gegeven Paard‘ afgesproken, een hotspot van Utrecht, vlak bij het station, een plek naar Wim’s keuze. Veel jonger publiek en haast iedereen in de weer met een laptop. Vrijwel alle plekken zijn bezet, we vinden nog een klein tafeltje bij het raam.
Drie jaar na zijn afscheidsbijeenkomst presenteerde Wim Keizer zijn boek ‚Twintig jaar bibliotheekvernieuwing‘ met als ondertitel ‚halfslachtige poging tot focus, tempo en regie‘.
Een ondertitel die gedurfd is en provocerend. Een samenvatting die duidelijk maakt dat Wim Keizer niet alleen de vinger aan de pols houdt, maar ook de vinger op de wonde legt, daar waar het het meest pijnlijk is. Een meester in observatie, in het verzamelen en analyseren van feiten, cijfers, data, maar ook van verhalen. ‚Een betrokken, maar kritische en soms verbaasde toeschouwer‘, zoals Ad van der Waals het in zijn recensie van 28.09.2017 treffend weet te omschrijven.
Nu zou je in soortgelijke gevallen een stortvloed aan reacties, commentaren, aanvulligen, verdedigingen, interpretaties, discussies en nog veel meer als een vanzelfsprekend, natuurlijk en gezond effect kunnen verwachten, maar niet zo binnen bibliotheekland. In het aangezicht van zoveel bruikbaar materiaal en een analyse waar je iets mee zou kunnen en moeten doen, is de stilte bijna oorverdovend. In het vakblad IP wordt nog een recensie verwacht, dat wel, maar verder?
Intussen gaat het uiteraard verder, b.v. met de midterm review die de doeltreffendheid en de effecten van de Wsob (Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, kortweg bibliotheekwet) in opdracht van de minister in kaart moet brengen. En omdat Wim Keizer vooral binnen bestuurlijke structuren thuis is, bespreekt hij in Bibliotheekblad 6 varianten die zouden kunnen leiden tot meer overzichtelijkheid qua bestuurslagen (van 3 naar 2), tot een ‚druktereductie‘, grotere flexibiliteit, meer efficiëntie en meer effectiviteit.
Op mijn vraag voor welke optie hij zou kiezen, twijfelt hij geen moment. Zijn antwoord is centralisatie, de Singapore-variant. Dat is niet wat de wet beoogt. Hier is decentralisatie het toverwoord, net zoals in de zorg/GGZ. waar decentralisatie tot dusver zachtjes uitgedrukt geen succes is. Dat er sprake is van enige ontevredenheid, onrust, verdeeldheid werd actueel duidelijk toen een kleine groep directeuren aangaf zich niet helemaal te kunnen vinden in de reactie van de VOB n.a.v. de midterm review. Ook een draagvlakpeiling voor of tegen een collectief landelijk bibliotheeksysteem heeft blijkbaar nogal wat voeten in de aarde. Op het moment van ons gesprek hebben (de peiling was eind juli gestart) nog niet alle openbare bibliotheken hun standpunt vermeld. Bij anderen is het antwoord niet eenduidig en moest navraag worden gedaan (!). Zojuist komt dan wel via Mark Deckers het blije nieuws de huiskamer binnen dat de meerderheid van de bibliotheken door wil gaan met één landelijk bibliotheeksysteem, maar ook hier lezen we dat ‚de uitslag grotendeels aan de voorwaarden voldoet‘, want tussen de 80% en 93% stemden voor (68% onder voorwaarden).
‚Preciezere percentages kunnen niet worden gegeven omdat een groep bibliotheken zowel ‘ja’ als ‘nee’ heeft geantwoord‘ (stand 02.11.2017)
Toevallig had ik voor mijn gesprek met Wim Keizer de prijswinnaar ‚Deutscher Buchpreis 2017‘ Robert Menasse, Die Hauptstadt, gelezen. Een prachtig boek, een boek over de Europese Unie, een boek over Brussel. Ik ontdekte parallellen of een soort patroon tussen de wereld van de politiek en de vertegenwoordigers in Brussel en de microkosmos van de bibliotheekwereld. Zou het hier ook zo zijn dat eigenbelang eerst komt, dat we het belang en de voordelen van een sterke gemeenschap wel zien en waarderen en gelijktijdig gezamenlijke doelen, verklaringen en voornemens op papier zetten met als doel deze zo langzaam mogelijk te halen, ook al is de noodzaak onbetwistbaar? Wim Keizer onthoudt zich van een commentaar, maar moet wel glimlachen om de vergelijking.
Middenin de KB met een centrale en tegelijkertijd vage rol en opdracht van aansturen en regie voeren, zonder middelen en bevoegdheden om beslissingen te nemen en door te zetten. Een moeilijke en ondankbare rol die ieder voorstel, ieder initiatief tot een loop op eieren maakt. De beoordelingen van deze pogingen wisselen snel en regelmatig tussen ‚de KB krijgt het nog steeds niet voor elkaar‘ tot ‚de KB bemoeit zich teveel met locale aangelegenheden‘. Een toegewezen rol die om spanningen vraagt als je naar decentralisatie streeft.
Maar even genoeg over bestuurlijke structuren.
‚Waar het om gaat is dat we mensen aan het denken zetten!‘ We schakelen makkelijk over naar de kernwaarden van de openbare bibliotheek, naar ‚Het continuüm van het bibliotheekvak‚, deel 4 van een onvolprezen essay reeks van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken (NOBB), een goede leidraad om de kerntaken niet uit het oog te verliezen, om niet blind alle trends te volgen, om gefocust en scherp te blijven.
[Op de achterflap van het nieuwe boek van Philipp Blom (historicus, schrijver, journalist) met de titel ‚Wat op het spel staat‘ lees ik de volgende tekst: Wat als een historica over vijftig jaar terugkijkt naar onze huidige tijd? Zij zal versteld staan dat wij onze twee grootste bedreigingen niet zagen aankomen: de klimaatcrisis met haar verstrekkende gevolgen, en de digitalisering van arbeid die leidde tot massawerkloosheid en een algeheel verlies van zin en betekenisgeving. […] Voeren wij deze discussie al? Krijgen deze centrale thema’s de aandacht en prioriteit die zij verdienen binnen de openbare bibliotheek van vandaag?]
Na onze eigen Hans van Duijnhoven en Marina Polderman volgt een diskurs langs Joke Hermsen, Martin Heidegger, Hannah Arendt en hun actualiteit en waarde bij de benadering van onze huidige existentiële vraagstukken.
En dan maak ik ook nog eens kennis met de meedenkende, praktische Wim Keizer. Hij heeft mijn stageverslagen gelezen, vindt het positief dat dat wat Erik Boekesteijn doet op die manier openlijk en transparant is geworden, en hij denkt direct ook weer een stap verder. Zou het niet handig zijn om bij wijze van evaluatie en afronding van dit project en overzicht te maken met het oogmerk op het grootste draagvlak, de grootste kans op een landelijke proef, daarbij rekening houdend met de projecten van andere partijen (Bredebieb, NBDBiblion, Alignment House enz). Een goed idee, lijkt mij.
Ik spring een beetje van de hak op de tak, ik probeer in te korten en samen te vatten, de tijd vliegt voorbij en in Utrecht, aan ons tafeltje bij het raam, zijn we drie uur verder.
Waarom een boek als ‚Twintig jaar bibliotheekvernieuwing‘, terwijl de meeste andere (kritische) bloggers lang gestopt zijn omdat niemand luistert, niemand reageert, niemand er iets mee doet? ‚Het is belangrijk dat je de geschiedenis kent. Over deze twintig jaar was nog niet eerder iets gepubliceerd en straks is er niemand meer die het nog weet.‘ Een antwoord dat mij zeldzaam diep raakt en ook enigszins ontroerd. En daar is opnieuw een déjà vu, opnieuw een parallel met de net gelezen roman over de EU, over het belang de geschiedenis te kennen, over het ‚Nooit meer‘ als grondsteen, over de laatste overlevenden en de laatste getuigen, en over de kans dat er straks niemand meer is die het nog weet. Als je de geschiedenis kent, dan verlies je de kernwaarden en kerndoelen niet uit het oog, dan is er alleen een duidelijk ‚Ja‘ of ‚Nee‘ mogelijk, geen ‚ja en nee‘, dan kan het geen half binnen en half buiten geven, geen commitment en tegelijkertijd autonomie en onafhankelijkheid. Daar is vertrouwen voor nodig, veel vertrouwen.
Ik denk dat we het kunnen.
Veel dank aan Wim voor je tijd, je wijsheid, je bemoediging, je voorbeeld en de sprankelende conversatie!
Het boek Twintig jaar bibliotheekvernieuwing is te bestellen met een mailtje aan mevrouw N.E. Brand, nellybrand49@gmail.com.
De prijs van het boek is 14 euro plus verzendkosten (in Nederland 3,95 euro).