Ik ben een grote bewonderaar van Toon Tellegen, vooral van zijn dierenverhalen. ‚Misschien wisten zij alles‘, 313 verhalen over de eekhoorn en de mier en de andere dieren, vind ik een meesterwerk.
Maar Toon Tellegen schrijft ook gedichten. Mijn keuze voor mijn wekelijkse dosis poëzie viel op
Men moet
Men moet altijd enigszins verdrietig zijn,
anders is men verloren,
maar men moet wel een beetje verloren zijn –
van het reddeloze soort –
anders zou men alleen maar gelukkig zijn,
toch moet men ook gelukkig zijn,
zo maar gelukkig kunnen zijn,
in alle staten van geluk,
anders zou men maar verdrietig zijn,
enigszins verdrietig
altijd.
(uit: Toon Tellegen, Minuscule Oorlogen (niet met het blote oog zichtbaar), Gedichten, Querido, 2004)
‚De genezing van de krekel‘ en ‚Het vertrek van de mier‘ heb ik in mijn boekenkast staan, evenals ‚…m n o p q…‘ een gedichtenbundeltje met tekeningen van Jan Jutte waarvan ik bij gelegenheid misschien maar eens een gedicht op mijn blog moet plaatsen. Ik ben fan, da’s duidelijk 🙂
Heerlijke logica in een gedicht dat mij treft.
Gouden vondst voor de poëzie op woensdag (ondanks dat ik het op donderdag pas lees).