Er was een kleine schrijfwedstrijd met als onderwerp ‚culinair‘ op 120w.nl. Een hele tijd geleden had ik al eens een stukje ingezonden, een poosje daarna nog eentje en toen was het weer even stil, stil in mij, eigenlijk niet werkelijk stil, maar alles wat aan beelden, herinneringen en verhalen opdook, werd door mezelf als niet goed genoeg verworpen. Ach laat maar. En dan ga je zeker niet meedoen aan een wedstrijd. Op de valreep, ik denk dat het de op een na laatste dag is geweest, bedacht ik me opeens. Wat eten betreft houd ik het meest van de simpele dingen, wat de rest van het leven betreft trouwens ook, en ineens waren ze er weer, de lang vergeten ‚hazenbroodjes‘ en deze moesten, jawel moesten, op papier! Ik kan nu al verraden dat ik de wedstrijd niet heb gewonnen. Ik werd noch plaats 1 noch tweede noch derde, maar ik had enkele hele mooie reacties en ik voelde me rijk!
Hazenbroodjes
Hoe de naam is ontstaan weet ik niet. Het is een naam uit mijn kindheid. Ik hoor hem nooit meer en gebruik hem eigenlijk ook nooit meer. Pas op het moment dat ik me probeerde te herinneren aan lievelingsgerechten van vroeger kwamen de ‘hazenbroodjes’ als vanzelfsprekend weer naar boven. Hazenbroodjes waren gewone broodjes die ‘s ochtends in een tas, een koffer, een jaszak of wat dan ook het huis verlieten om op reis te gaan. Die reis kon enkele uurtjes, een dag of langer duren, maakte niet uit, in ieder geval kwamen de broodjes weer onaangeroerd en vaak vergeten terug. Dat maakte ze zo bijzonder en zo zalig. Het waren de lekkerste broodjes ooit, je kon de verte proeven.