Zo heet een boek van Toon Tellegen. Meer verhalen over de eekhoorn en de andere dieren. De andere verhalen heb ik ook. Ik houd van de dierenverhalen van Tellegen, heb ik dat al eens gezegd?
Vandaag kwam ik ze weer tegen, de verhalen.
Ik ga er eentje voorlezen, niet omdat het jaar van het voorlezen is, gewoon omdat ik er zin in heb en tijdens het voorlezen nog eens kan genieten.
Komt die.
‚In een schuurtje bewaarde de boktor van alles: slurven, steeltjes, grote oren, schubben, veren, achtertenen, stekels, vinnen en ook woede, tegenzin, hulpeloosheid, schroom, eenzaamheid en andere dingen die de dieren hadden weggegooid omdat ze er schoon genoeg van hadden en er ook nooit meer aan wilden denken.
Soms, als hij niets te doen had, zette hij van die oude spullen en dier in elkaar, bijvoorbeeld een schroomvallige nachtoliworm, die kon vliegen, trompetteren, neerstorten en aan – en uitgaan. Of een woedende aardslak, die kon fladderen en ontploffen.
Maar het liefst maakte de boktor sterren, van oud licht en uitgedoofde schitteringen, die hij in de hemel hing en die na een tijdje omlaag vielen en een lange lichte streep in de hemel achterlieten.Dan lag hij op zijn rug in het gras, in het donker, keek naar boven en wenste niets, niets anders meer.‘
(dit verhaal is uit: Toon Tellegen, Iedereen was er, Meer verhalen over de eekhoorn en de andere dieren, Querido 2009)
Mooi. Ze zouden de koning een verhaal van Tellegen moeten voorlezen, straks als het dinsdag is. En dat dan na het voorlezen gewoon iedereen stilletjes naar huis toe gaat.
Prachtig hé