Ik verbaas me nogal snel en vaak over dingen, niet alleen in verband met bibliotheken, maar ook in verband met bibliotheken. Als er nu toevallig een lezer van buiten de bibliotheekwereld, een onafhankelijke buitenstaander zeg maar, dit zou lezen, zou hij of zij wellicht denken: ‚Verbazen, waarover dan verbazen? Jullie zeuren nu al maanden over precies dezelfde dingen, en daar blijkt geen verandering in te komen.‘ Ehm. En inderdaad, als een beroemd iemand zoals Nico Dijkshoorn als briljant hoogtepunt van een prestigieuze biebplaza roept: ‚Bibliotheken, val mij niet lastig met uw probleem!‘ dan schrikt heel biblioland voor even wakker, dan ontploft twitter van de retweets, dan wordt er instemmend en gedwee geknikt, dan… Maar ja, voordat je het weet is zo’n bijeenkomst weer voorbij en is Nico snel vergeten.
En dan is er opeens, drie maanden later, weer een roeper van buiten, meneer Geert Poorthuis, die ons in HP De Tijd confronteert met ‚Waarom bibliotheken niks van lezers snappen‘. Uitgaand van een miniem succes in het oneindige verhaal van ‚Bibliotheken en het uitlenen van e-books‘ komt meneer Poorthuis tot deze conclusie. En ik kan hem geen ongelijk geven dat dit akkoord verre van tevredenstellend is. Ook binnen de eigen gelederen waren zachte stemmen te horen dat dat toch zeker beter kon en beter moest en zonder prijskaartje enz.. Enfin. Meneer Poorthuis gaat nog een stap verder:
Als ik een plaatselijke overheid was met behoefte aan bezuinigingen dan wist ik het wel: de prestigieuze panden in de binnensteden waar de arrogante bibliotheken zetelen hebben over een jaar of wat geen functie meer.
Au! Dat doet pijn. Mij tenminste raakte deze uitspraak. Wat ik vervolgens als reactie op social media las, kwam een beetje neer op: ‚ U bent zelf arrogant.‘ Dat verbaasde mij eigenlijk net zo zeer. Vervolgens met een tegenoffensief te starten in vorm van ‚Wat ik alles mag in de bibliotheek‘ en ‚Waarom ik bibliotheken leuk vind‘ is niet wat ik een open houding noem. Het betekent dat ik a) de kritiek niet serieus neem of b) de ogen sluit voor de belevingswereld van anderen of c) uit onzekerheid of angst voor negatieve publiciteit een discussie wil vermijden.
Ik verbaasde me er trouwens zelf ook over dat mijn TL opnieuw ontplofte van de retweets op basis van het nieuws dat de openbare bibliotheken er weer 1000 e-books erbij hadden. Maar dat even terzijde.
En vandaag verbaasde ik me opnieuw. Ik val als het ware van de ene verbazing in de andere. Vandaag las ik het volgende stuk in ‚ons huisblad‚. Bert Ummelen heeft het over cultureel ondernemerschap, over kansen en mogelijkheden van private financiering, over fund raising, entrepeneurschap en de stimulerende prikkels van marktafhankelijkheid.
Ik huiver tijdens het lezen. Bert Ummelen was 6 jaar correspondent in Amerika. Hij weet waar die het over heeft. Hij heeft het fenomeen van cultureel ondernemerschap van dichtbij kunnen volgen. En hij heeft iets over voor cultuur.
Mijn vrouw en ik hadden een abonnement op de concerten van de National Symphony Orchestra in het Kennedy Centre in Washington. Dat kostte ons zo’n 150 dollar per uitvoering. En nee, dat kan lang niet iedereen zich permitteren.
Ik huiver nog steeds, maar het moment supreme dat mij van verbazing helemaal uit mijn evenwicht brengt, is het volgende:
De openbare bibliotheek heeft een traditie van emancipatoir denken: de minder bedeelden (minder bedeeld met onderwijs, geld, maatschappelijke kansen en macht) waren altijd haar primaire doelgroep. En nu is er de ontdekking dat er daar steeds minder van zijn.
Als dat zo is, dan heb ik iets belangrijks gemist. Of er bestaat nog een ander Nederland, een parallele wereld? Is de MATRIX geen verzinsel?
Een andere zin, en daarmee wil ik meneer Ummelen afsluiten, wekt daarentegen geen verbazing, maar een lichte misselijkheid in me op:
Toch vraag je je af of tante Annie van driehoog in Woensel er over de vloer zal komen.
Bij dit soort ‚beeldspraak‘ krijg ook ik het idee van een arrogante bibliotheek. En dat moeten we niet hebben. En dat moeten we ook niet willen. Want dan is er geen enkel verschil meer met de rest van de wereld.
Verbazen lijkt me een mooie eigenschap om te behouden. En te onderzoeken waar bepaalde meningen en standpunten vandaan komen en of ze het hele verhaal vertellen lijkt me ook een goed voornemen 😉
Ik was bij Biblioplaza en hoorde Nico Dijkshoorn tekeer gaan tegen bibliotheken. En ik vond in alle eerlijkheid dat hij op een aantal fronten onterecht zo moppert. Want Nico behoort tot een bovenlaag die best voor de bibliotheek wil betalen, maar toch ook best zelf zijn tijdschriftartikelen kan betalen vanuit de archieffunctie van ‚zijn‘ krant. Hij wil gemak, en dat kan ik billijken. Ik vraag me alleen af hoeveel mensen daar echt voor willen betalen, want veel mensen zeggen iets te willen, maar als puntje bij paaltje komt willen ze er in ieder geval niet de kostprijs voor betalen. Verder weet ik uit ervaring dat overheden daar heel kritisch naar kijken als je gemaksdiensten gaat aanbieden voor een laag van de bevolking die daarvoor best een kostprijs zou moeten kunnen betalen. De vraag is of Nico dan nog steeds graag om half 3 ’s nachts tegen een x-bedrag zijn e-content vanuit huis wil kunnen bekijken als het tarief kostprijs is.
Voor het artikel in HP geldt min of meer hetzelfde: heeft deze meneer zich verdiept in de moeizaamheid van de onderhandelingen? Ik ben zelf ook niet zo gelukkig met dit onderhandelingsresultaat (veel kosten, veel beperkingen), maar ik geloof wel dat het op dit moment het hoogst haalbare is. Er is namelijk geen wettelijk kader zoals voor papieren boeken om e-boeken uit te kunnen lenen, en dus moeten er licenties afgesloten worden. En uitgevers zijn erg huiverig voor het kannibaliseren van hun markt. Zij hebben het recht op dit moment aan hun kant. Even ter illustratie over wie er dan arrogant zou zijn, in de onderhandelingen over het leenrecht voor ‚gewone‘ boeken willen de vertegenwoordigers van de uitgevers graag praten over verhoging van de leenrechtvergoeding. Want die schrijvers hebben het zo moeilijk. Nu betalen in Nederland bibliotheken al het hoogste leenrecht in Europa, dus lijkt ons als onderhandelingscommissie een verhoging niet aan de orde. En de claim van de uitgevers lijkt heel sociaal, maar feit is dat de leenrechtvergoedingen voor een groot gedeelte naar de uitgevers zelf gaan, en een kleiner gedeelte naar de schrijver!
En van Ummelen: hij heeft wel wat over voor de muziek, en dat is mooi. Maar bibliotheekwerk hoeft hij niets voor te betalen, dat is in de States grotendeels door de overheid gefinancierd, lidmaatschap is gratis, gebruik van talloze faciliteiten is gratis en extra funding (in het geval van New Yorkse bibliotheken 10%) wordt ingezet voor projecten. Niets structureels.
Ik vraag me dus af of deze critici zich ook goed hebben geinformeerd over beide kanten van het verhaal. Daar twijfel ik in alle eerlijkheid aan. Mocht dat wel zo zijn, dan vraag ik me echt af waar de mening vandaan komt dat bibliotheken arrogant zijn? Ik denk namelijk dat de emancipatoire gedachte juist de laatste jaren weer meer opgang doet. Met uitgebreide programma’s van leesbevordering, bestrijding laaggeletterdheid, mediawijsheidprogramma’s voor scholieren en volwassenen en alle lokale initiatieven die aansluiten bij de agenda van de gemeente. En als laatste: Tante Annie van drie hoog achter in Woensel wordt hoogstwaarschijnlijk als ze niet goed ter been is door een vrijwilliger van de boek-aan-huis dienst bezocht met elke drie weken een mooie selectie boeken en een lekker praatje 😉
En mocht ze mobiel genoeg zijn kan ze (nu nog) terecht bij de vestiging Woenselse Heide van bibliotheek Eindhoven. Vast geen prestigieus pand:-)