Vandaag vond ik een kiekje van mijn grootmoeder terug (de jonge vrouw in het midden), geboren in 1905, overleden in januari 2000. Rechts van haar haar man, jong overleden aan een longontsteking. Ik ken hem alleen van foto’s. Achter in de auto een van de zussen van mijn grootmoeder, ze had er drie, samen met haar echtgenoot. Ze hadden een boerderij, vee, landbouw. Ze woonden niet direct in de buurt. Het was een kleine wereldreis om bij hen te komen. Eerst met de bus, dan met een pontje, dan weer met een bus. Als kind ging ik met mijn grootmoeder iedere zomer bij die zus op vakantie. Het waren heerlijke dagen.
Het derde stel is mij onbekend, vrienden waarschijnlijk.
Ik vind het een mooie foto. Er zijn niet zoveel foto’s van mijn grootmoeder. Zij wou nooit gefotografeerd worden, hield meestal haar handen voor haar gezicht.
Het kiekje doet me denken aan Steinbeck’s ‚Reizen met Charley‘. Hij schrijft daarin:
Een tocht is net een mens; geen twee zijn gelijk. En alle plannen, voorzorgen, controles en dwang zijn nutteloos. Na jaren van zwoegen merken we dat we geen reis maken, maar dat de reis ons maakt. Reisleiders, dienstregelingen, reserveringen, star en onvermijdelijk, doen hun uiterste best om de persoonlijkheid van de reis te slopen. Alleen wanneer de doorgewinterde zwerver dit erkent, kan hij zich ontspannen en mee laten voeren. Pas dan kun je frustraties vermijden. In dat opzicht is reizen als een huwelijk. De zekerste manier om het schip in te gaan, is denken dat je het onder controle hebt. Nu ik dit gezegd heb, voel ik me beter, hoewel alleen mensen die het hebben ervaren het zullen begrijpen.
Prachtig kiekje van een mooie reis Fab.