Hollen en stilstaan

Een middag met Birdy en Bobbee

Wintertuin

Winnie de Poeh Dag

Je komt ze steeds vaker tegen… ‚De dag van dit‘ en ‚De dag van dat‘.
Het worden er steeds meer.

Normaalgesproken heb ik er weinig mee.
Maar gisteren was dat anders.
Gisteren werd er aandacht besteed aan de geboortedag van A.A. Milne.
In het jaar 1882.

De dag werd uitgeroepen tot Winnie de Poeh dag,
en mijn eigen Winnie de Poeh kreeg alle aandacht.

Het British Newspaper Archive haalde het Aberdeen Journal van 1926 nog eens uit de kast.

En dan vind ik het opeens hoog tijd om weer eens Winnie de Poeh verhalen te lezen.

Rust en ruimte – het Zeeuwse Utopia

Vandaag werd er veel gepraat over ruimte. Rust en ruimte. Maar daar kom ik later op terug.

Vandaag was het weer de vrijdag van de statenvergadering. De vergadering begon om negen uur. Ik was te laat. Gelukkig viel dat niet op. Dat is het voordeel van slechts virtueel aanwezig zijn. Ik sloop dus als het ware de zaal binnen door stiekem de livestream aan te zetten. Ik zou zo bij de NSA kunnen beginnen.

De fusie ZB/Scoop stond weer op de agenda. Ik was net op tijd om mevrouw Evertz (PvdA) te horen zeggen dat ze het intussen een ‚hoofdpijndossier‘ vond. Ach, en het was allemaal zo mooi begonnen. Het leek op een win win situatie, en moet je nu kijken. Mevrouw Evertz had het, en ik hoorde het door haar voor het eerst, over het herplaatsen van werknemers. Misschien kon er ook nog op materiaal bezuinigd worden…. (Even dacht ik, moeten dan de boeken weg of toch eerder de boekenkasten?). Er werd een bepaalde verantwoordelijkheid tegenover de twee instituten niet volstrekt van de hand gewezen en, zo merkte mevrouw Evertz haarscherp op, als ze allebei ‚omvallen‘, ZB en Scoop, failliet gaan dus, dan wordt het voor de Provincie nog duurder.
Drie partijen (GL, D66 en CU) hadden het er over of de fusie onder de huidige omstandigheden en met het aanhangende prijskaartje wel als zinvol en noodzakelijk beschouwd kon worden. Deze partijen zien het als een optie om de geplande fusie niet door te laten gaan.

Net als tijdens de laatste vergadering kwam de visie en missie van een nieuwe organisatie ter sprake, die tot dusver als Kennis – en Informatieplatform omschreven wordt, waarbij ook deze keer te horen was dat ‚het model ZB de voorkeur krijgt tegenover het model Scoop‘ en dat de wetenschappelijke functie hoger wordt ingeschat dan die van een sociaal planbureau.

Daarnaast stonden vragen centraal zoals:

‚Wie begon er eigenlijk mee?‘
‚Wie wou nu eigenlijk een fusie?‘
‚Hadden we het niet eigenlijk moeten weten?‘ (hier ging het over de frictiekosten)

De voormalige interim directeur Guus Egas Repáraz kreeg de schuld van alle vertraging. Hij was, volgens meneer de Reu, ‚de kink in de kabel‘ geweest.

Zo’n zondebok is altijd fijn, altijd handig, vooral als de persoon in kwestie samen met zijn opzienbarende brief in een doofpot gestopt is, een doofpot waar het verhaal over een met wachtgeld sjoemelend bestuurslid nog makkelijk bij kan. Maar dat is weer een ander verhaal.

Laat ik terug komen op de rust en de ruimte.

Aan het einde van agendapunt 5, wij dus, beloofde meneer de Reu beterschap wat de aktieve informatieplicht betreft, tegenover de statenleden dan. Voor de rest zal het duidelijk stiller worden rond de fusie, niet omdat alle problemen opgelost zijn, nee, omdat meneer de Reu vindt dat alle toeschouwers en toehoorders van buiten, en dan met name ook de kranten, voor veel onrust zorgen en storend zijn. Deuren dicht dus. Openheid en transparantie tussen vier muren.

Afgescheidenheid en contemplatie. Wie kan zoiets weigeren. De statenleden deden het vandaag niet.

Misschien kunnen wij, u en ik, ondertussen over de naamgeving nadenken, want ‚Kennis- en Informatieplatform by The Canal‘ vind ik nog net iets te lang. (Deze eerste inzending kwam van Flip Fey)

Reizen met meneer Ruitjes

Mijn collega droeg vandaag een ruitjeshemd.
‚Goedemorgen, meneer Ruitjes‘, zei ik tegen hem.
‚Goedemorgen, juffrouw‘, antwoordde hij.

De toon voor deze dag was gezet.
Weer een prachtmaandag met de biblioservicebus.
Een dag die vroeg om ruitjes.
Fris en vrolijk.
Met ruitjes kom je vanzelf in beweging,
ga je uit op avontuur,
verken je de wereld,
net als de vele trekvogels vandaag,
de ontelbare ganzen.

‚Tot de volgende keer, meneer Ruitjes! Kijken wat voor kleur het gaat worden.‘
‚Ja, mevrouw.‘

De foto’s zijn genomen op Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland, maandag 13 januari.

Geen gesjoemel

Ik heb best lang over de woorden van Edwin nagedacht die bij zijn terugblik in januari schrijft:

[…] maar rebels is het nauwelijks nog te noemen. Het is gereutel van iemand die inmiddels accepteert dat het hameren op dit soort muren niet voor doorbraken zal zorgen. Beter loop je er omheen, of klim je erover.

Een wijze weg, dacht ik.

Maar er was ook direct een andere stem, een sterkere, die zei: ‚Zo ver ben ik nog niet. Ik blijf nog even hameren.‘

Ik dacht dat ‚ons‘ verhaal pas 17 januari verder zou gaan, wanneer de Provinciale Staten de fusie ZB/Scoop weer op de agenda hebben staan. Wanneer het om veel meer gaat dan alleen maar om kosten.

Als u het met een schaakspel wilt vergelijken, dan is de volgende zet al gedaan.

Dat lees ik dus onverwacht in De Bode van 1 januari, die ik tussen het oudpapier vind. Heel slim, heel goed, heel innovatief, goed voor Zeeland, zonder meer. Perfect qua timing. Terwijl de rest nog bijkomt van een uitputtende en zwaar verteerbare kerstvakantie, slaan drie organisaties de handen ineen.

Kennelijk is de ZB ook betrokken, zij het marginaal, want ik lees:

De interim-directeur juicht: ‚Vandaag is een blije dag.‘

Blije gezichten van blije mannen aan het begin van het nieuwe jaar. Ik word er bijna blij van. Op zoek naar de inhoudelijke opdracht en functie van een ZB die nu nog ZB is en, volgens de laatste stand van zaken, per 1 juli samen met Scoop één nieuwe organisatie dient te vormen, kom ik niet verder dan:

We hopen dat het hier een mooi podium, een mooi huis mag worden.

Dat is weinig. Dat is dun. Dat is breekbaar.

Ik ben buitengewoon benieuwd naar wat de reacties van de PS op het feit zullen zijn dat de visie van tenminste een fusiepartner op duidelijk sterkere poten en bredere schouders is gezet. Er is vast en zeker ondertussen voldoende kennis en informatie hieromtrent vergaard om de beleidsmakers goed te kunnen adviseren en sturen. Onpartijdig en integer. Dat spreekt vanzelf. Geen gesjoemel tijdens het schaken.

Dat de volgende headline dezelfde dag op dezelfde pagina van De Bode stond, is puur toevallig.

Oude kiekjes

Vandaag vond ik een kiekje van mijn grootmoeder terug (de jonge vrouw in het midden), geboren in 1905, overleden in januari 2000. Rechts van haar haar man, jong overleden aan een longontsteking. Ik ken hem alleen van foto’s. Achter in de auto een van de zussen van mijn grootmoeder, ze had er drie, samen met haar echtgenoot. Ze hadden een boerderij, vee, landbouw. Ze woonden niet direct in de buurt. Het was een kleine wereldreis om bij hen te komen. Eerst met de bus, dan met een pontje, dan weer met een bus. Als kind ging ik met mijn grootmoeder iedere zomer bij die zus op vakantie. Het waren heerlijke dagen.
Het derde stel is mij onbekend, vrienden waarschijnlijk.

Ik vind het een mooie foto. Er zijn niet zoveel foto’s van mijn grootmoeder. Zij wou nooit gefotografeerd worden, hield meestal haar handen voor haar gezicht.

Het kiekje doet me denken aan Steinbeck’s ‚Reizen met Charley‘. Hij schrijft daarin:

Een tocht is net een mens; geen twee zijn gelijk. En alle plannen, voorzorgen, controles en dwang zijn nutteloos. Na jaren van zwoegen merken we dat we geen reis maken, maar dat de reis ons maakt. Reisleiders, dienstregelingen, reserveringen, star en onvermijdelijk, doen hun uiterste best om de persoonlijkheid van de reis te slopen. Alleen wanneer de doorgewinterde zwerver dit erkent, kan hij zich ontspannen en mee laten voeren. Pas dan kun je frustraties vermijden. In dat opzicht is reizen als een huwelijk. De zekerste manier om het schip in te gaan, is denken dat je het onder controle hebt. Nu ik dit gezegd heb, voel ik me beter, hoewel alleen mensen die het hebben ervaren het zullen begrijpen.