Vandaag zag ik iets buitengewoon moois in mijn tuin, en het deed me denken aan de gedichten van Sabine Kars, vooral aan een gedicht waar ze het heeft over ‚vleugels van moed‘.
Ik kan me niet herinneren dat ik ooit mooiere vleugels zag.
Vandaag zag ik iets buitengewoon moois in mijn tuin, en het deed me denken aan de gedichten van Sabine Kars, vooral aan een gedicht waar ze het heeft over ‚vleugels van moed‘.
Ik kan me niet herinneren dat ik ooit mooiere vleugels zag.
Kortgeleden zag ik bij de Avro een indrukwekkende documentaire over Mike Disfarmer, ‚Portret van Amerika‘. Werkelijk adembenemend. Het deed me direct denken aan het werk van Diane Arbus en de biografie ‚De droom van een schipbreuk‘ die ik van haar heb gelezen.
Na slechts 1 tweet over mijn fascinatie voor Disfarmer, maakte Gerhard Kornelis, visueel journalist, me op iemand anders attent, namelijk op Frits Weeda. Hij stuurde me een link met de opmerking ‚dicht bij huis‘. Ik bewaarde zijn link, natuurlijk.
Op een rustig moment ging ik dan op zoek naar dat boek waar Gerhard het over had, ‚In de schaduw van de welvaart‘. En wat bleek, we hadden hem, hij stond in de bieb. En nu heb ik ze dus thuis, de zwart-witfoto’s van Frits Weeda, een Amsterdamse fotograaf, foto’s die in het Gemeentearchief Amsterdam vanaf 28 januari t/m 20 maart 2005 te zien waren.
Ik sla het boek open en ben in de ban van deze foto’s die Weeda tussen zijn 21ste en 28ste in het Amsterdam van 1956 – 1965 nam.
Bij wijze van nawoord geeft Rik Suermondt aanvulling aan de foto’s :
‚Met zijn reportages over de ’schaduwzijde van de welvaart‘ liep Frits Weeda volledig uit de pas met de tijdgeest, die eenzijdig op modernisering was gericht.‘
Ik stel me voor dat ik nu met een camera rondloop, op zoek naar onze moderne ’schaduwzijde van de welvaart‘, die van 2013.
Ik hoefde niet ver van huis te gaan, denk ik zo.
De foto’s van Frits Weeda ga ik nog even bestuderen en koesteren, ik laat ze hun verhaal aan me vertellen, een verhaal dat nog steeds actueel is.
(bron: Frits Weeda, In de schaduw van de welvaart, Uitgeverij De Verbeelding, Amsterdam 2005)
Zaterdag 3 augustus. Weer een dag waarop we veel moesten drinken. En eten. Weer een dag dat we kaas- en fruithapjes hadden. Een dag dat een baby lijster toevlucht zocht in de tuin en hartverscheurend naar haar moeder riep. De merel kon het ook niet helpen. Een dag waarop de mees voorstelde om de BBQ aan te slingeren. Het voorstel werd overruled, vanzelfsprekend. Hoe verzin je het? Een dag dat we weer geen last hadden van de kattenbeesten. Een dag om tevreden op terug te kijken. Een goede dag.