Postkaarten

Ik ben een grote fan van Borg de Nobel en haar werk. Ik had het er al eens eerder over.

Haar schilderijen zijn groots, indrukwekkend, speels, luchtig, verpletterend. Een schilderij van haar bevat hele boekdelen, haar verhalen kennen geen beperkingen in genre. Borg is meester van het hele palet. Poëzie op canvas.

Daarnaast tekent zij op haar unieke manier kaarten, setjes van kaarten, mannetjes zittend aan een tafel, mannetjes op de fiets, katten…. en allemaal hebben ze een torentje pakjes op hun hoofd. Liefdevol. Vertederend. Pakje voor pakje ingekleurd. Een cadeau voor iedereen die ze ontvangt.

Omdat ik de mannetjes en de katten al had, vroeg ik of het ook konijntjes konden zijn.

Vandaag kwamen ze. Ik zat al op de post te wachten. En hier zijn ze dan, de Vrolijke-Pasen-kaarten van Borg! Ik weet nog niet of ik ze ga versturen, of ik er afscheid van kan nemen. Wellicht bewaar ik ze ook gewoon in een doosje.

Vrolijke Pasen!

P.S. Voor wie nu de smaak te pakken heeft, kijk dan hier.

Olof Palme

Nee. Ik wist niet meer dat het 28 februari 1986 was geweest toen ik op tv de beelden zag van een plek midden in Stockholm waar Olof Palme die avond was vermoord.

Gisteravond kwam de herinnering, kwam alles weer terug toen de documentaire begon. De documentaire hield me in zijn ban, de persoon Olof Palme hield me in zijn ban. Ik wist dat het niet goed af zou lopen, toch hoopte ik, dacht ik, dat het wellicht deze keer anders zou kunnen gaan. Beter voor Zweden, beter voor ons allemaal, beter voor de strijd tegen racisme, geweld, oorlog, beter voor de strijd voor idealen. Maar het eindigde ook deze keer met blinde woede, haat en een kogel in de rug van een dappere en charismatische man met een visie. Uiteraard zijn er ook ja maar’s, ik kan ze al horen, want er zijn altijd ja maar’s, die horen er bij.

Ik zet ze vandaag op papier, mijn indrukken. Ik schrijf ze in mijn digitaal dagboek, omdat ik ze deze keer, zoveel jaren later, niet weer wil vergeten. Ik wil me blijven herinneren aan wat voor mij belangrijk is, aan die beelden die ik gisteren zag en aan die woorden die ik hoorde, ook aan die blikken van drie jongens, die zo op hun vader leken, en die haast geen woorden konden vinden. Ik wil zo nu en dan terugdenken aan die bescheiden en kwetsbaar witte kist die op een achtergrond van puur zwart uit een overvolle kerk werd gedragen en aan die laatste gedachte:‘ Vooroordelen komen niet voort uit weerzinwekkende theorieën maar uit het alledaagse leven.‘

Kleine wereld

Als Luza iets vertelt, luister ik altijd heel goed. Enkele dagen geleden had zij het op twitter over haar ‚Weltschmerz‘, later verscheen er ook een blog over. En ze twitterde iets dat mij raakte: ‚ik probeer mijn wereld klein te houden.‘

En ik antwoordde haar: ‚dat is precies wat ik probeer, iedere dag weer.‘

Luza kan dingen goed onder woorden brengen. Vandaag is het zondag 24 februari. Een dag dat ik weer aan haar woorden moet denken. En dan heb ik een verklaring voor het fenomeen dat ik een hele dag naar de vogels in mijn tuin kan kijken, terwijl dikke sneeuwvlokken vallen, en ik weet dat ik niets mis. En dat er verder ook niets hoeft. Ik houd mijn wereld klein. En ik geniet er van.

Wintergasten

De winter duurt langer dan verwacht. Vandaag was de wereld nog steeds wit. Maar nu dooit het. Misschien was het vandaag de laatste aflevering van wintergasten… Wie weet.

De nieuwe wereld

Ik keek gisteren naar Tegenlicht, althans naar een stukje Tegenlicht en ook dat was geheel en al toevallig.

Bij uitzending gemist staat: ‚2013 moet het jaar van de grote verandering worden. Het jaar van de nieuwe gedachten en vergezichten. Grote, nieuwe denkers en doeners geven hun visie op de toekomst. Met superinvesteerder Jim Rogers.‘

Toen ik inschakelde, hoorde ik een van de grote, nieuwe denkers en doeners vertellen over een wereld van overvloed, overvloed voor iedereen, overvloed aan energie (dank zij zonneenergie), overvloed aan water, goede gezondheidszorg voor iedereen en, als vierde zuil van de nieuwe wereld, een Google smartphone voor iedereen… ook voor de laatste Masaï-krijger op aarde. Iedereen altijd en overal alle informatie van de wereld in zijn broekzak of in handen, iedereen alle kansen en mogelijkheden om zichzelf te ontplooien en zichzelf te onderwijzen. Miljoenen en tig miljoenen Google smartphones inmidden van een Google paradijs…

En vervolgens kwam er een ietwat schuchtere man aan het woord, een wetenschapper, dat kon niet anders, deuren openend naar onderzoeksruimtes waar collega’s wetenschapper net niet op hun plek waren, maar normaal gesproken aan ontzettend ingewikkelde dingen zaten te werken. Hij had weer een andere visie, namelijk die van superintelligente machines, artificial intelligence, machines die vroeger of later, wie kon het zeggen, maar dat ze er kwamen stond als een paal boven water, de wetenschap was al verder dan de rest van de wereld zich voor kon stellen. Op de vraag van een onzichtbare interviewer of hij daar niet ook een beetje bang voor was en of het niet het gevoel van waarde van de mens op menig gebied zou kleineren, antwoordde de wetenschapper, overduidelijk onwennig in dit soort simpele conversatie voor dummies, dat hij a) niet bang was voor de overmacht der machines b) de mens nog steeds waardevolle momenten kon beleven door het genot van een kopje thee (koffie kon volgens mij ook), een wandeling of het ‚aankruipen tegen een geliefd iemand‘ (hij zei dat laatste met een gezichtsuitdrukking alsof hij probeerde een vreemdsoortig insect te imagineren) en c) de mens was er toch er aan gewend dat hij nooit, maar dan ook nooit, mondiaal de beste kon zijn in iets, behalve dan misschien in zijn kleine, beperkte kennis- en familiekring. Dus de wetenschapper ging er vanuit dat de superintelligente machines verder geen veranderingen in het leven van de kleine man teweeg zullen brengen, dus haast onopgemerkt aan hun wereldheerschappij zouden kunnen beginnen.

Allebei verkondigden iets nieuws, een nieuw evangelie, een nieuwe wereld, maar hoezeer ze ook hun best deden, ik kon de schoonheid achter hun woorden niet vinden, ik kon het toekomstige paradijs achter hun visies niet zien. Maar ik was wel blij, blij en opgelucht dat ik al oud genoeg ben om het meeste ervan niet meer mee te maken.

Honing en meer

Als je op weg naar Groot Valkenisse verdwaalt, iets wat eigenlijk nooit gebeurt, maar het kan, dan kom je misschien langs de Imkerij Poppendamme. En dan is mijn advies om even te stoppen, want het is een klein paradijs. Of je nu wel of niet van honing houdt. Er is nog zoveel meer. Wij ‚vonden‘ hier vandaag onze vriendin Marian na jaren weer terug. Later vonden we ook nog de zee. Maar dat is weer een ander verhaal.

[portfolio_slideshow]