DOK Delft

DOK Delft is een zogeheten openbare mediatheek in Delft. Het is een fusie van de voormalige DiscoTake, waar cd’s en dvd’s geleend kunnen worden, de Openbare bibliotheek Delft en het Kunstcentrum Delft. Sinds januari 2006 vormen zij samen DOK. In mei 2007 is zij een nieuw gebouw ingetrokken aan het Vesteplein (Zuidpoort).

DOK Delft heeft als streven om de modernste bibliotheek ter wereld te zijn.

Als je op wikipedia kijkt, vind je deze inleiding.

Ik wist dat DOK Delft in 2009 verkozen was tot ‚Beste Bibliotheek van Nederland‘. Dit jaar waren ze weer genomineerd en werden ze derde, een aanzienlijke prestatie die me zeer nieuwsgierig maakte. De verwachtingen waren hoog, enigszins diffuus, maar wel hoog.

Iets na tienen waren we er. Als je DOK Delft voor het eerst binnen loopt maakt het een haast verpletterende indruk. Zo groot, zo ruim had ik het me niet voorgesteld. Ik had ook niet onmiddellijk het gevoel in een bibliotheek te zijn, ondanks de boeken. Teveel andere dingen trokken mijn aandacht. Veel schilderijen en mooie vitrines. Ik wist niet goed waar ik eerst moest kijken. En ik had er direct spijt van dat Jaap ons die dag niet kon rondleiden.

Gelukkig stond, net voorbij de balie klantenservice, al een interessant ‚object‘, de heritage Browser. Inderdaad heel gaaf. Omdat ik hier al ijverig foto’s stond te maken, dacht ik dat het wel aan de tijd was ons even als collega’s uit Zeeland voor te stellen aan de mevrouw van de klantenservice. Waarop deze vriendelijke dame zonder ook maar een moment te aarzelen voorstelde om op de 1e verdieping te gaan kijken of ze een rondleiding voor ons kon organiseren. En zo kwamen we bij Ruud terecht die ons op een tour door het hele gebouw begeleidde, een ware verkenningstocht, en dat op een enthousiaste, bekwame en erg leuke manier.

Ruud vertelde ons dat in het gebouw oorspronkelijk een C1000 gehuisvest was. Dat verklaarde natuurlijk die voor een bibliotheek toch ongewone indeling en architectuur. En juist dat maakte het, voor mij althans, juist zo spannend en tot een belevenis. De felle kleuren die, zo hoorden we van Ruud, kenmerkend zijn voor de architect, gecombineerd met ruwe betonconstructies die sommigen tot de vraag verleiden: ‚En wanneer maken jullie het af?‘ Met als perfecte aanvulling kunstobjecten en schilderijen, dat maakte het spannend.

Omdat het dag 11 van de Kinderboekenweek was, zagen we sumo ringers, hula hoop artiesten en aankomende break dancers. Daartussen mensen die met een kopje koffie gemoedelijk de krant zaten te lezen.

Mijn persoonlijke favoriet was de jeugafdeling, met groene boekenkasten op wieltjes die me meteen aan een sprookjes- of verhalenbos deden denken. Met iets wat nog het meest op een maanraket leek en een prenten kabinet waar ouders met hun kinderen in een intieme, huiselijke sfeer op de grond gingen zitten om voor te lezen, samen te lezen en plaatjes te bekijken. Één moeder keek ons lachend aan en zei:’Ja, dat mag.‘ Fascinerend ook het kleine meisje dat binnen deze grote en drukke ruimte, verzonken in haar eigen wereld, voor een computer zat om heel geconcentreerd naar een verhaal te kijken en te luisteren.

Wie die zaterdag met ons rond had gelopen en al de diverse activiteiten en mensen van alle leeftijden had gezien, had nooit serieus de vraag kunnen stellen:’Hebben wij überhaupt nog bibliotheken nodig?‘ Het was gewoon het leven wat hier gebeurde, leren, lezen, studeren, spelen, sporten, vermaken. Kortom quality time. Niet meer en niet minder.

Het was fijn om hier even te zijn. En we werden ook nog eens getrakteerd op een lekker bakje koffie! Nogmaals hartelijk dank aan Ruud en, niet te vergeten, de behulpzame mevrouw van de klantenservice!

Tunnelvisie

Ook een tunnelvisie is een visie.

Een fusie kan evengoed een visie zijn.

Alleen als er verder niets meer is, dan is dat te weinig, dan wordt het opeens donker.

Ik weet dat ik me er eigenlijk niet mee zou moeten bemoeien. Ik heb zo’n vermoeden dat dit stukje niet in goede aarde zal vallen. Nee, dat is niet waar. Ik weet wel zeker dat dit stukje niet in goede aarde gaat vallen.

Toch ga ik mijn verhaal vertellen, want zwijgen is toestemmen.

Van meet af aan had ik er geen goed gevoel bij. In juli 2012 publiceerde ik dit stuk op mijn blog. De afgelopen maanden konden me niet van het tegenovergestelde overtuigen. Integendeel. Het werd alleen maar duidelijker. En erger.

De eerste interim-directeur kwam uit Amsterdam en is ondertussen weer terug in Amsterdam. De tweede interim-directeur volgde op, een oude bekende, ook al kende ik hem niet. Uit onverwachte hoek bovendien, namelijk vanuit de eigen rijen van de Raad van Toezicht. Daar kon nauwelijks nog iets misgaan, zou je denken.

Zijn opdracht was duidelijk geformuleerd:

Met de komst van de heer Egas Repáraz start de volgende fase, waarin de reorganisatie wordt afgerond en de fusie van de Zeeuwse Bibliotheek met SCOOP tot één organisatie wordt voorbereid en vervolgens daadwerkelijk tot stand moet worden gebracht.

In eerste instantie vond ik de manier van recruitment, ander petje op en klaar, op zijn zachtst gezegd bevreemdend, ik geef het toe. Vervolgens hoorde ik geluiden van zijn kant die me positief verrasten, geluiden die twijfels bevatten ten opzichte van de geplande fusie, vraagtekens, kritische kanttekeningen. Dat was spectaculair. Dat was ongekend.

Dat was het einde. Toen ging het snel. Exit.

In de krant van vandaag lees ik:

Vooral de directe stijl die en het temperament dat Egas Repáraz in dat proces naar buiten toe hanteerde, was voor de Raad van Toezicht onacceptabel.

Deze eigenschappen heeft hij in dit geval sinds mei 2007 goed kunnen verbergen. Dat vraagt om een Oscar.

Wat ik me ondertussen vooral afvraag is waar een Raad van Toezicht mee bezig is die dit soort beslissingen neemt, en, terwijl de sollicitatieprocedures voor een derde interim-directeur van start gaan, de enige visie nastreeft die hij kent, de fusie moet er komen en zal er komen, koste wat kost.

Ik ben ervan overtuigd dat nr. 2 goede redenen had, plausibele redenen had, voor zijn twijfels. Daarom denk ik dat er vragen, heel veel vragen moeten komen, een publieke discussie, een toezichthouder voor een toezichthoudend orgaan, een opnieuw overdenken van de te verwachten uitvoerbaarheid en toekomstige meerwaarde van een fusie tussen twee ongelijke partners die verder van een match afstaan dan ooit.

En dan moet ook de provincie, het bestuur, de politiek weer aan tafel, die een dergelijke fusie afdwingen. Het gebeurt overal in het land. Fusie is een soort toverwoord, een middel voor en tegen alles, een term die vooral past in het nieuwe ‚ombuigen en bezuinigen denken‘.
Opvallend en vreemd eigenlijk dat alle provincies het dan onderling weer helemaal eens zijn, dat fuseren alleen voor anderen de redding is, terwijl ze het voor zichzelf unaniem en nadrukkelijk van de hand wijzen. Ik ben benieuwd of Minister Plasterk op het ontbreken van ‚kwalitatieve argumenten net zo rigoureus gaat reageren als de Raad van Bestuur en de touwtjes trekkers daarachter dat nu doen, met ons en met de gewezen interim-directeur.

Wordt vervolgd. Zonder meer.

Zuurkool, worteltaart en de bieb in Alkmaar

Over de A58 en de A9 is het, volgens Google maps, 2 uur 22 min. rijden en 241 km. Een makkie.

Toen ik met Erna een afspraak maakte voor een rondleiding door de vernieuwde en heropende bibliotheek van Alkmaar, wist ik nog niet dat het die dag in Alkmaar feest zou zijn, en ik wist ik ook niet dat ze de tweede plaats bij de verkiezing ‚Beste Bibliotheek van Nederland‘ binnen zouden slepen. Wat een timing.

Nadat we een dichte ochtendmist hadden getrotseerd kwamen we uiteindelijk in een feestelijk Alkmaar terecht. Kleine straatjes, oude huizen, schilderachtige taferelen, wandelend langs het kaasmuseum, het theater, het stadsmuseum en ja…. daar was ook de bibliotheek, in hartje Alkmaar, op de beste plek die je je voor kunt stellen.

De begane grond en de eerste verdieping voor het publiek, met coffee corner, podium, sprinters, uitleen en inname, warme aanbevelingen en MediaLab en heel veel doe- en experimenteer- en ontdek dingen.

Misschien maakte de kleine Zen garden het verschil, misschien waren het de warme kleuren of de charme van het gebouw of de hartelijke verwelkoming door fijne collega’s, misschien was het ook de algehele drukte en de feeststemming … de sfeer was in ieder geval uitnodigend en gemoedelijk. Het deed me denken aan een eerder gelezen stuk over ‚de bieb als huiskamer‘. Zoiets was het, maar dan levendig en roerig.

Uiteraard zijn er ook stilteplekken en hoe verder je beweegt naar het innere van de bieb en naar de hogere regio’s, dat wil zeggen naar de 1e verdieping, hoe stiller en rustiger het wordt. Dat er in het hele gebouw wifi is spreekt vanzelf. Talrijke bezoekers maakten er gebruik van.

En dan was er nog de beloofde worteltjestaart die verrukkelijk was…

Het was meer dan de moeite om een bezoek te brengen aan de bibliotheek Alkmaar, en ik ben ervan overtuigd dat we van Erna Winters en haar team nog van alles kunnen verwachten. Ik wens ze van harte succes en kom graag nog eens een keer terug. En wie weet zijn de collega’s uit Langedijk, Karin en Ton, er dan ook weer. Dat zou fijn zijn.

Oh ja, en dan de zuurkool nog die traditioneel hoort bij Alkmaar Ontzet. Die heb ik dus niet kunnen vinden. Nergens.

NYC Public Library

Mijmeringen (een vervolg)

Als je in een wachtkamer zit, kom je nog eens een tijdschrift tegen. Ik zat dus vanmiddag in een wachtkamer in de Happinez te bladeren, het was waarschijnlijk al een oudere uitgave, geen idee. En ik las het verhaal van een echtpaar uit Amsterdam dat in een eenzaam dorp hoog in de bergen van de Spaanse Pyreneeën een ander leven was begonnen. Een leven van rust en ruimte en stilte en eenvoud en creativiteit. Natuurlijk zaten er ook plaatjes bij. Prachtig. Een mooie verhaal. Ik had daar best een tijdje willen vertoeven, in dat huisje, in dat verhaal. Het was inspirerend en het correspondeerde met wensen, verwachtingen, dromen die ik in me heb. Zittende in de wachtkamer voelde ik een soort van energie stromen, ik kreeg er een warm en goed gevoel bij.

Dat is waar het bij goede verhalen mijns inziens om gaat. Dat ze je raken. Dat er vanuit je binnenste een antwoord, een respons, komt waarvan je wellicht niet wist dat die er was, dat je verrast word, ingezogen word, meegevoerd, de tijd en de wereld buiten je vergeet en ongaarne uit je droom wakker wordt die zo echt was.

Een goed verhaal is het beste wat er is.

Volgens mij is er (nog steeds) een grote behoefte aan goede verhalen. Goede verhalen creëren een visie, goede verhalen leren je jezelf beter te leren kennen. Goede verhalen begeleiden je soms je hele leven, veranderen je, goede verhalen zijn zoiets als een goede vriend en trouwe begeleider.

Vertellen de bibliotheken van vandaag nog goede verhalen?

Je zou het van ze kunnen verwachten. Ze gaan immers over de boeken en letters, de bibliotheken, toch? Hoewel als je ‚boeken‘ zegt, begeef je je tegenwoordig al op heel dun ijs. Want het papieren boek, zo heb ik kortgeleden geleerd, is een retroniem (u mag het op wikipedia opzoeken). Ook het praten over bibliotheken als gebouwen is niet meer van deze tijd.

Mijn aanwezigheid op twitter maakt dat ik nog een heel klein beetje up to date ben. Als er iOS7, iphone5, GTA V Trending Topics zijn, dagenlang, en dat ondanks oorlogen en honger en crisis, dan blijf je toch zo’n beetje op de hoogte, voel je je niet helemaal een fossiel, ook al werpt het vragen op. Zo weet ik ook dat er ondertussen Phablets bestaan (iets tussen mobiel en tablet), Ik dacht, ik doe er nog even een schepje bovenop. Verder las ik in ons eigen Bibliotheekblad over ‚Superbibliothecarissen‘ die op youtube iets over hun favoriete boeken gingen vertellen en ik sloeg steil achterover van verbazing.

Maar hoe zit dat met de verhalen?

De verhalen die ik hoor of lees van bibliotheken zijn sterk gekleurd door de veranderingen en door de nieuwe tijdgeest, en ze zijn vooral technisch. Er is geen eenduidige definitie meer van wat een ‚bibliotheek‘ is. Die moet eerst weer worden uitgevonden. Toch juichen we met z’n allen de nieuwe bibliotheekwet toe die kennelijk een waarborg is voor een vrije toegang voor iedere burger tot een bibliotheek…

De verhalen van en over bibliotheken met meer of minder mooie toekomstvisies lijken geschreven in een gecodificeerde taal van technocraten, managers en marketing mensen. De taal van bibliotheken is tot een taal van marketing engineers en marketing goochelaars verworden, tot het jongleren met en duiden van cijfers, beursentaal, vaktaal. Onbegrijpelijke verhalen. Saaie verhalen. Verhalen die niemand kunnen raken, mij althans raken ze niet. Verhalen die zich niet langer onderscheiden van andere bedrijven en marktstrategieën. Verhalen waar geen visie in voelbaar is en die niet geloofwaardig zijn. En dat is jammer. Want ik weet dat we het kunnen. Ik weet gewoon dat we de verhalen hebben.

En dat het ook anders kan, heel anders, zag en hoorde ik op tv, in de persoon van Tomas Sedlacek. Een econoom die in staat was de hele wereldeconomie, de crisis en de denkfouten die ten grondslag liggen, zo uit te leggen dat IK het kon begrijpen. Hij kon een ingewikkeld systeem zo vertalen dat het opeens transparant werd en helder en positief en inspirerend. Hij kon de wereldeconomie begrijpelijker maken dan onze biebeigen organisaties de nieuwe bibliotheekwet. En opeens was er een visie.

Volgens Sedlacek moeten we stoppen met het vergelijken van cijfers. Zo simpel. En wat doen wij? We maken alles, maar dan ook alles afhankelijk van cijfers. Misschien omdat we zo graag kampioen willen zijn. Omdat we van alles een wedstrijd proberen te maken? Omdat we, koste wat kost, ergens in een top 5 of top 10 moeten staan? Waarom?

Ondertussen zijn we kampioen zoals blijkt. Kampioen ontlezing! Proficiat!

Maar Sedlacek zei nog iets moois, nog iets wat hoop geeft: Er bestaat een soort onzichtbare hand die altijd weer voor een tegenbeweging binnen de maatschappij zorgt, als er van iets teveel is. Als voorbeeld noemde hij: Als er teveel ‚flowerpower‘ is, komt er vanzelf vanuit de maatschappij een beweging en een roep naar meer ordening.

En ik denk, ook al heb ik daar geen enkel bewijs voor, dat deze tegenbeweging gaat komen.

Hoop doet leven. En verhalen, die ook.

( P.S. Het bovenstaande plaatje is van Pinterest )

Het begint met een boek

Soms is social media werkelijk onbetaalbaar.

Cindy, die ik alleen via twitter ‚ken‘, attendeerde op een nieuw prentenboek. ‚Blij als ik brei‘ trok direct mijn aandacht. Met een collega had ik afgesproken dat we nog dit jaar, na de Kinderboekenweek, een klein project in de bibliobus gingen doen: Haken & breien. Omdat het weer helemaal ‚in‘ is, en omdat we er ontzettend veel mooie boeken over hebben. Dus, ik kon eigenlijk niet anders dan dit aangeprezen boek van Anke Werker en Danielle Schothorst te bestellen. En ik word er helemaal blij van!

De eerste schaapjes zijn klaar en als je niet oplet heb je zo een hele kudde bij mekaar. En ook de katten pakken de draad snel op en helpen enthousiast mee.

Voor meer informatie/inspiratie kijk op: www.schapenzaken.nl .

Polderfeest in Wilhelminadorp

De biblioservicebus is bekend in Wilhelminadorp. We komen er iedere woensdag, van 13.00 tot 14.00. Met zo’n bus van 16 meter lengte is het niet altijd makkelijk om ergens te komen. Maar we waren er, ook deze keer, op tijd en op onze aangewezen plek tussen de kraampjes toen het polderfeest in Wilhelminadorp begon.

Voor mij was het het derde zomerevenement voor dit seizoen en gelijktijdig de afsluiting van de reeks van 2013. Ieder feest is anders, ieder feest is speciaal.

De dag begon regenachtig, maar vanaf het moment dat het aan het begin van de middag opklaarde bleef het droog en was het een en al gezelligheid. Mooie handgemaakte producten werden te koop aangeboden. Niet van de wegwerpspullen, maar goede, degelijke dingen. Ook voor goede doelen, ook tweedehands. Er was lekker eten en bier uit Goes. Veel ruimte en gelegenheid voor kinderen om te spelen. En, oh ja, de kinderen wisten nog hoe dat moest, buitenspelen. Er was een roofvogelshow en een orchideeën tentoonstelling. En er werd gedanst, en de line dancers deden het goed.

Ik hoop dat we er volgend jaar weer bij zijn.

Een dag op Tholen – Braderie St. Annaland

Het duurt even voordat je er bent. Ik moet bekennen dat het al lang geleden was dat ik voor het laatst het eiland Tholen bezocht. Oh, en wat heb ik genoten van de reis over de Oesterdam, een streepje weg met aan weerskanten water, de trage windmolens, het stille natuurgebied, stukken met aan je linkerhand (als je op de heenreis bent) goudgeel duingras dat haast aan de roomwitte wolkjes kan tippen. Land en hemel vloeien in elkaar. Een wijds landschap, een soort van geruststelling, berusting voor je ogen, opeens verlost van een overmaat aan prikkels. Water en land. Land en water. En af en toe koeien.

Op weg naar St. Annaland. Weer een dag met de bus. Weer een dag midden in het leven, dicht bij de mensen.