Berichten uit de bus (3)

Omdat iedere dag weer anders is.

Nieuwe kleren voor de keizer

Afgelopen vrijdag had ik een bijzondere ontmoeting. Ik fietste naar mijn werk, het was nog relatief vroeg. Als je in Middelburg fietst heb je altijd een brug, vroeger of later. Voordat ik het zag hoorde ik al het gerinkel. Dan maar door naar de volgende brug bij het station. Altijd fijn als er nog een alternatief is. Ik fietste dus anders dan anders. Na enkele meters zag ik twee mensen staan, verdwaald, verloren, enigszins hulpeloos kijkend, maar niet in paniek, gewoon wachtend. Ik denk dat het een stel was, maar dat weet ik niet zeker. Een vrouw van rond de zestig en een man van dezelfde leeftijd. De vrouw stond direct bij het fietspad, bij het benzinestation. De man enkele stappen bij haar vandaan en ook net iets achter haar. Ik zag hem eerst niet. Toen ik hen passeerde gebeurde eerst niets, pas toen ik eigenlijk al langs was, had de man genoeg moed verzameld of zijn onzekerheid overwonnen om me met een verontschuldigend ’sorry‘ tegen te houden, terwijl hij met een briefje zwaaide, een piepklein stukje papier zoals je het uit een notitieblok scheurt. Op het stukje papier stond een adres. Ze waren op zoek naar de voedselbank, waar ze op vrijdag tussen 9.00 en
11.30 de voedselpakketten overhandigen. Er was me nooit eerder naar de weg gevraagd, en ik wist het gewoon niet. Ik kon hen niet de weg wijzen, zelfs dat niet, en ik schaamde me. Ze reageerden met excuses dat ze voor oponthoud hadden gezorgd. En zo liet ik ze achter, bij het benzinestation, zonder fiets, zonder vervoer, zonder alles. En zij bleken te berustten in hun lot. En ik kon dat beeld de hele dag maar niet uit mijn hoofd krijgen.

Waarom vertel ik dat nu?

Ik vertel het omdat ik er nog steeds aan denk. Omdat het een wereld van verschil maakt als je over misstanden leest of in je eigen kleine wereld geconfronteerd wordt met wat er gaande is.

En ik vertel het ook omdat ik een opinie las, een stukje dat gaat over ‚De schreeuwende behoefte aan publieke ruimte‘ dat gelijktijdig een gepassioneerd betoog is voor een nieuwe super bibliotheek in Utrecht, een solide belegging voor de toekomst, een miljoenenproject.

Ondertussen denkt Rotterdam na over een nieuwe Kuip, het moet een icoon worden. De stad zou er een garantie van 165 miljoen euro moeten afgeven. Ook daar is tegenwoordig een schreeuwende behoefte aan. Kennelijk.

Als we nu in een land van melk en honing zouden leven, in een land van de gouden armaturen, van badderen in champagne, van gratis gezondheitszorg en werk en een goed inkomen en een solide opleiding voor iedereen, in een land zonder voedselbanken, kortom in een droomland, dan zou ik het opportuun vinden, deze oproep tot nieuwe paleizen.

Nu word ik er alleen maar stil van, de verbazing ben ik allang voorbij. Ik vraag me af wanneer het precies gebeurd is dat wij als Openbare Bibliotheek zo compleet het besef van realiteit zijn verloren en hoe dat ooit kon gebeuren.

Er is een schreeuwende behoefte aan een heleboel dingen, cruciale dingen, existentiele dingen. Laten we deze op onze agenda zetten, tot prioriteit verklaren. Paleizen bouwen komt wellicht later weer als het met iedereen binnen onze maatschappij weer iets beter gaat.

De vakantie begint in de bibliobus

Eindelijk. Het is zomer. En het is vakantie. De scholen zijn gesloten, maar de bibliobus komt, en dat is ook goed zo.

Wanneer heb je meer tijd om een boek te lezen dan in de vakantie?

Iedereen weet dat, iedereen komt even langs en iedereen is van harte welkom:

De allerallerjongsten

Stoere jongens

Knuffelaars

Dromers

en toekomstige Tour de France winnaars

Het gebeurt allemaal in de bibliobus. Het begint allemaal in de bibliobus. En wij, de medewerkers, genieten met hen mee, van de zomer, van hun verhalen, van hun leesplezier en van het landschap dat er altijd is, ook tijdens de vakantie.

P.S. De foto’s ontstonden op de route van de biblioservicebus in Zuid-Beveland.

Van de ene verbazing in de andere

Ik verbaas me nogal snel en vaak over dingen, niet alleen in verband met bibliotheken, maar ook in verband met bibliotheken. Als er nu toevallig een lezer van buiten de bibliotheekwereld, een onafhankelijke buitenstaander zeg maar, dit zou lezen, zou hij of zij wellicht denken: ‚Verbazen, waarover dan verbazen? Jullie zeuren nu al maanden over precies dezelfde dingen, en daar blijkt geen verandering in te komen.‘ Ehm. En inderdaad, als een beroemd iemand zoals Nico Dijkshoorn als briljant hoogtepunt van een prestigieuze biebplaza roept: ‚Bibliotheken, val mij niet lastig met uw probleem!‘ dan schrikt heel biblioland voor even wakker, dan ontploft twitter van de retweets, dan wordt er instemmend en gedwee geknikt, dan… Maar ja, voordat je het weet is zo’n bijeenkomst weer voorbij en is Nico snel vergeten.

En dan is er opeens, drie maanden later, weer een roeper van buiten, meneer Geert Poorthuis, die ons in HP De Tijd confronteert met ‚Waarom bibliotheken niks van lezers snappen‘. Uitgaand van een miniem succes in het oneindige verhaal van ‚Bibliotheken en het uitlenen van e-books‘ komt meneer Poorthuis tot deze conclusie. En ik kan hem geen ongelijk geven dat dit akkoord verre van tevredenstellend is. Ook binnen de eigen gelederen waren zachte stemmen te horen dat dat toch zeker beter kon en beter moest en zonder prijskaartje enz.. Enfin. Meneer Poorthuis gaat nog een stap verder:

Als ik een plaatselijke overheid was met behoefte aan bezuinigingen dan wist ik het wel: de prestigieuze panden in de binnensteden waar de arrogante bibliotheken zetelen hebben over een jaar of wat geen functie meer.

Au! Dat doet pijn. Mij tenminste raakte deze uitspraak. Wat ik vervolgens als reactie op social media las, kwam een beetje neer op: ‚ U bent zelf arrogant.‘ Dat verbaasde mij eigenlijk net zo zeer. Vervolgens met een tegenoffensief te starten in vorm van ‚Wat ik alles mag in de bibliotheek‘ en ‚Waarom ik bibliotheken leuk vind‘ is niet wat ik een open houding noem. Het betekent dat ik a) de kritiek niet serieus neem of b) de ogen sluit voor de belevingswereld van anderen of c) uit onzekerheid of angst voor negatieve publiciteit een discussie wil vermijden.

Ik verbaasde me er trouwens zelf ook over dat mijn TL opnieuw ontplofte van de retweets op basis van het nieuws dat de openbare bibliotheken er weer 1000 e-books erbij hadden. Maar dat even terzijde.

En vandaag verbaasde ik me opnieuw. Ik val als het ware van de ene verbazing in de andere. Vandaag las ik het volgende stuk in ‚ons huisblad‚. Bert Ummelen heeft het over cultureel ondernemerschap, over kansen en mogelijkheden van private financiering, over fund raising, entrepeneurschap en de stimulerende prikkels van marktafhankelijkheid.

Ik huiver tijdens het lezen. Bert Ummelen was 6 jaar correspondent in Amerika. Hij weet waar die het over heeft. Hij heeft het fenomeen van cultureel ondernemerschap van dichtbij kunnen volgen. En hij heeft iets over voor cultuur.

Mijn vrouw en ik hadden een abonnement op de concerten van de National Symphony Orchestra in het Kennedy Centre in Washington. Dat kostte ons zo’n 150 dollar per uitvoering. En nee, dat kan lang niet iedereen zich permitteren.

Ik huiver nog steeds, maar het moment supreme dat mij van verbazing helemaal uit mijn evenwicht brengt, is het volgende:

De openbare bibliotheek heeft een traditie van emancipatoir denken: de minder bedeelden (minder bedeeld met onderwijs, geld, maatschappelijke kansen en macht) waren altijd haar primaire doelgroep. En nu is er de ontdekking dat er daar steeds minder van zijn.

Als dat zo is, dan heb ik iets belangrijks gemist. Of er bestaat nog een ander Nederland, een parallele wereld? Is de MATRIX geen verzinsel?

Een andere zin, en daarmee wil ik meneer Ummelen afsluiten, wekt daarentegen geen verbazing, maar een lichte misselijkheid in me op:

Toch vraag je je af of tante Annie van driehoog in Woensel er over de vloer zal komen.

Bij dit soort ‚beeldspraak‘ krijg ook ik het idee van een arrogante bibliotheek. En dat moeten we niet hebben. En dat moeten we ook niet willen. Want dan is er geen enkel verschil meer met de rest van de wereld.

These are the days

30 juni en alweer is het zomer in Zeeland. Een dag die zo mooi is dat ‚ie haast stil lijkt te staan, niet beweegt, gewoon IS. En rust, veel rust. Ik kan onmogelijk zeggen wat het mooiste is. De babymezen in mijn tuin horen er zeker bij.

Even denk ik dat er nogal wat nieuws is geweest de afgelopen week. Edwin was weg en is gelukkig weer terug, met zijn oude kranten. De super bibliotheek van Helsinki krijgt een bioscoop en een sauna. En ander geweldig project is net van start gegaan, met een grand café en een filmzaal, in ons eigen stadje. Als ik het lees herinner ik me dat, toen de bieb nog een eigen directeur had, hij zijn uiterste best deed om een filmzaal bij de bibliotheek onder te brengen. Helaas ging dat toen niet door. Een politieke keuze waarschijnlijk. Een gevoel van een gemiste kans. Maar goed, ook oud-directeurs gaat het niet altijd voor de wind. Toch denk ik dat we ons geen zorgen hoeven te maken. In het jaarverslag 2012 van het SIOB staat te lezen:

Zoals eerder werd vermeld, is Ton Brandenbarg procesbegeleider van de integratie van het SIOB (en ook Bibliotheek.nl) in de KB.

Dat lijkt me weer een mooie uitdaging. Kansen zover het oog reikt. Überhaupt kwam ik weer veel positieve berichten tegen, ook binnen en rond bibliotheken. We doen het goed, we zijn goed bezig. Laten we dat niet vergeten.

Ondertussen wordt de ene interim-directeur opgevolgd door de andere interim-directeur. Niets aan de hand uiteraard. Gewoon een wisseling van de wacht. Even een ander petje op en hup. Een kwestie van een eerste en een tweede
gedeelte van een proces, waar niemand de fijnheden meer van weet. En wie ze wel weet, praat er niet over. En de rest wil het niet weten.

Ik heb een vermoeden dat het de lange, warme, slome dagen van deze eindeloze zomer zijn die alle kritische stemmen en alle vragen doen verstommen. Het is een goede tijd voor dure processen. Komkommertijd.

Wellicht is het het beste om je daaraan over te geven. Aan dat langzame, trage ritme dat de zomer voorgeeft. Chillen. Relaxen. En ondertussen natuurlijk innovatief bezig zijn.

Vandaag is zo’n dag dat het me allemaal weinig kan schelen. Ik leer het nog wel.

P.S. Een P.S. mag altijd, vind ik: De openbare bibliotheek krijgt duizend extra e-books. Hoe kon ik dat vergeten? 1000 extra e-books!

Berichten uit de bus (2)

Een andere dag, een andere bus, andere standplaatsen… een fotoimpressie

Berichten uit de bus

Vandaag vanuit Zuid-Beveland. (Bijna) live verslag uit de biblioservicebus.

Ook in het kleinste dorp is er plek voor de biblioservicebus.

Met stilteplekken om te ontdekken en te lezen.

Met altijd nieuwe en verrassende boeken.

En handige tips.

Het vervoeren van kleine beesten gebeurt bij hoge uitzondering.

U komt ons op de mooiste plekken tegen. Hier bij voorbeeld:

Of hier:

Niet zelden horen wij dat onze bus onmisbaar is en een bloemetje verdient.

En daar zijn we erg blij mee!

Wat uw vragen of wensen ook zijn:

Inventarisatie

Laten we de week goed beginnen. Opgeruimd staat netjes. En de eerste logische stap voordat je begint spullen weg te gooien, is een inventarisatie. Met cijfers kun je aan de slag. Cijfers geven je handelen een richting en een doel. Je bent als het ware wetenschappelijk bezig.

Tellen kun je alles. Alles wat je kunt zien. Het aantal stoelen, bureaus, computers binnen je bedrijf. En de mensen die voor je werken natuurlijk. Die zijn bijna net zo makkelijk te inventariseren.

Als u nog eens even uw aandacht wilt vestigen op het plaatje hier boven, kan ik u bijna horen roepen: ‚Een kind kan de was doen!‘ Het hoeft inderdaad niet altijd ingewikkeld. Een lijstje met keuzemogelijkheden volstaat. 5 keuzes zijn in dit geval behoorlijk veel. Er is goed over nagedacht. 5 keuzes om aan te geven hoe u een ondernemen het liefst wilt verlaten. BAM! Een geniale set. Meer vrijheid, meer medezeggenschap, meer welwillendheid kan gewoon niet. Als er een Nobelprijs bestond voor dit soort dingen, dan wist ik het wel.

Dus ik kies gewoon wat het best bij mij past, zet een vinkje en klaar. Als PDF-document stuur ik het op naar meneer Frans … , oke Frans is een volstrekt onbekende voor mij, ook zijn email adres zegt mij absoluut niets, maar ik vertrouw erop dat mijn persoonlijke gegevens bij een ‚onafhankelijke buitenstaander‘ in goede handen zijn. Misschien kan Frans dankzij mij ook weer een waardevolle bijdrage leveren aan andere buitenstaande onderzoekers en inventariseerders. Wie weet? De locale uitzendbureaus of headhunters of belastings- of verzekeringspopulatie of www.hulpvoorwerkzoekende.nl of coaches van allerlei couleur zijn met dit soort data ook weer een stukje verder.

Ach, ik weet niet of de provincie en alle volksvertegenwoordigers die voor nieuwe kerntaken hebben gekozen, ook maar een idee hebben van al dat moois wat wij ervan maken. Dat is dan weer het nadeel van alleen maar naar cijfers kijken. Je ziet het gehele plaatje, de menselijke dimensie niet. Dat is zo jammer, want je mist zoveel.

Onwennig

Ik ben onwennig met reorganisaties. Het is mijn eerste. Dan weet je nog niet zo goed wat je allemaal kunt verwachten, wat er wel of niet bij hoort, wat de regeltjes zijn. Maar je wilt natuurlijk je best doen, altijd.

Feit is dat de aankondiging van de reorganisatie schrijftelijk kwam. Op een vrijdag. Ik weet het nog alsof het gisteren was, ook al is het maanden geleden. Tussentijds was het soms zo stil dat ik dacht dat alles misschien een vergissing was geweest.

Vandaag is het weer vrijdag. De volgende brief arriveert. Dat kan geen toeval zijn. Vrijdag is de meest geschikte dag, zoveel is zeker. Ik zou het zo mooi nooit kunnen formuleren, daarom even een citaat:

Het in gang gezette reorganisatieproces verlangt een gedegen voorbereiding. In verband daarmee speelt de juistheid van personeelsgegevens van alle personeelsleden (…) een zeer belangrijke rol. Om ervoor te zorgen dat wij beschikken over de meest actuele en correcte gegevens van u hebben wij besloten een controle op de juistheid van persoonsgegevens uit te voeren.
(…)
Na verwerking van de mogelijke aanvullingen en/of wijzigingen kunnen wij dan zorgdragen voor een passende brief waarin wij uw uitgangspositie in het reorganisatieproces zo expliciet mogelijk kunnen aangeven.

Vroeger, dat herinner ik me nog, wist een hoofd personeelszaken nog wie iedereen was in het gebouw, kende zijn/haar functie, het aantal dienstjaren en zijn/haar voornaam… ja, vroeger werd je nog bij je voornaam genoemd. Kleinigheden. Maar dit soort kleinigheden blijven je bij. Natuurlijk is dat alles anders nu.

Mensen die zorg dragen voor een reorganisatie, over een fusie en over mijn toekomst, kunnen onmogelijk weten wie ik bent en wat ik doe. Waarom zouden zij ook. Dat doet er niet toe. Immers weten zij ook niet wat een bibliotheek doet, maar dat brengt me op een dwaalspoor.

Waar het wel om gaat is dat zij zorgen, voor een resultaat dan. En dat doen ze precies volgens het boekje. En dat is een boekje waar ik geen verstand van heb. Dus kennelijk is het nu de tijd om te controleren of de personeelsadministratie wel up to date is. Stel dat iemand stiekem van functie veranderd is of op eigen houtje voor een andere afdeling werkt of meer uren dan toegestaan. Sodom en Gomorra! Want je zou ze een heuglijke brief kunnen sturen dat hun werk niet meer bestaat en dat alles onterecht. Daar moet je niet aan denken.

Controle is altijd goed. Controle is belangrijk en houdt de wereld overzichtelijk. Controle geeft me een veilig gevoel. Daarom dacht ik, toen die brief vanmiddag kwam, onmiddellijk dat ik me naar de stad moest haasten om nieuwe pasfoto’s te laten maken. Gewoon voor de zekerheid. Gewoon om te laten zien wie ik ben en ook om ze de kans te geven me persoonlijk voor mijn medewerking te danken als ze me tegenkomen. Eigeninitiatief mensen, dat is het sleutelwoord!

En terwijl in verre landen pleinen bezet worden, omdat er revoluties onstaan, verzet, stakingen en wat voor erge dingen nog allemaal, zeg ik: ‚ Laten we vieren, twee dagen lang.‘

Ik denk dat er een dankbrief gaat komen, voor de medewerking.

Vandaag

Vandaag was het zo’n dag

en ook een beetje zo

en zo ook

en aan het einde… aan het einde was mijn dag zo

en het was mooi.

Dankjewel, dag!

P.S. Het was een bibliobusdag.