Schouwen heeft meer…

… ruimte!

Rust en ruimte – het Zeeuwse Utopia

Vandaag werd er veel gepraat over ruimte. Rust en ruimte. Maar daar kom ik later op terug.

Vandaag was het weer de vrijdag van de statenvergadering. De vergadering begon om negen uur. Ik was te laat. Gelukkig viel dat niet op. Dat is het voordeel van slechts virtueel aanwezig zijn. Ik sloop dus als het ware de zaal binnen door stiekem de livestream aan te zetten. Ik zou zo bij de NSA kunnen beginnen.

De fusie ZB/Scoop stond weer op de agenda. Ik was net op tijd om mevrouw Evertz (PvdA) te horen zeggen dat ze het intussen een ‚hoofdpijndossier‘ vond. Ach, en het was allemaal zo mooi begonnen. Het leek op een win win situatie, en moet je nu kijken. Mevrouw Evertz had het, en ik hoorde het door haar voor het eerst, over het herplaatsen van werknemers. Misschien kon er ook nog op materiaal bezuinigd worden…. (Even dacht ik, moeten dan de boeken weg of toch eerder de boekenkasten?). Er werd een bepaalde verantwoordelijkheid tegenover de twee instituten niet volstrekt van de hand gewezen en, zo merkte mevrouw Evertz haarscherp op, als ze allebei ‚omvallen‘, ZB en Scoop, failliet gaan dus, dan wordt het voor de Provincie nog duurder.
Drie partijen (GL, D66 en CU) hadden het er over of de fusie onder de huidige omstandigheden en met het aanhangende prijskaartje wel als zinvol en noodzakelijk beschouwd kon worden. Deze partijen zien het als een optie om de geplande fusie niet door te laten gaan.

Net als tijdens de laatste vergadering kwam de visie en missie van een nieuwe organisatie ter sprake, die tot dusver als Kennis – en Informatieplatform omschreven wordt, waarbij ook deze keer te horen was dat ‚het model ZB de voorkeur krijgt tegenover het model Scoop‘ en dat de wetenschappelijke functie hoger wordt ingeschat dan die van een sociaal planbureau.

Daarnaast stonden vragen centraal zoals:

‚Wie begon er eigenlijk mee?‘
‚Wie wou nu eigenlijk een fusie?‘
‚Hadden we het niet eigenlijk moeten weten?‘ (hier ging het over de frictiekosten)

De voormalige interim directeur Guus Egas Repáraz kreeg de schuld van alle vertraging. Hij was, volgens meneer de Reu, ‚de kink in de kabel‘ geweest.

Zo’n zondebok is altijd fijn, altijd handig, vooral als de persoon in kwestie samen met zijn opzienbarende brief in een doofpot gestopt is, een doofpot waar het verhaal over een met wachtgeld sjoemelend bestuurslid nog makkelijk bij kan. Maar dat is weer een ander verhaal.

Laat ik terug komen op de rust en de ruimte.

Aan het einde van agendapunt 5, wij dus, beloofde meneer de Reu beterschap wat de aktieve informatieplicht betreft, tegenover de statenleden dan. Voor de rest zal het duidelijk stiller worden rond de fusie, niet omdat alle problemen opgelost zijn, nee, omdat meneer de Reu vindt dat alle toeschouwers en toehoorders van buiten, en dan met name ook de kranten, voor veel onrust zorgen en storend zijn. Deuren dicht dus. Openheid en transparantie tussen vier muren.

Afgescheidenheid en contemplatie. Wie kan zoiets weigeren. De statenleden deden het vandaag niet.

Misschien kunnen wij, u en ik, ondertussen over de naamgeving nadenken, want ‚Kennis- en Informatieplatform by The Canal‘ vind ik nog net iets te lang. (Deze eerste inzending kwam van Flip Fey)

Reizen met meneer Ruitjes

Mijn collega droeg vandaag een ruitjeshemd.
‚Goedemorgen, meneer Ruitjes‘, zei ik tegen hem.
‚Goedemorgen, juffrouw‘, antwoordde hij.

De toon voor deze dag was gezet.
Weer een prachtmaandag met de biblioservicebus.
Een dag die vroeg om ruitjes.
Fris en vrolijk.
Met ruitjes kom je vanzelf in beweging,
ga je uit op avontuur,
verken je de wereld,
net als de vele trekvogels vandaag,
de ontelbare ganzen.

‚Tot de volgende keer, meneer Ruitjes! Kijken wat voor kleur het gaat worden.‘
‚Ja, mevrouw.‘

De foto’s zijn genomen op Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland, maandag 13 januari.

Geen gesjoemel

Ik heb best lang over de woorden van Edwin nagedacht die bij zijn terugblik in januari schrijft:

[…] maar rebels is het nauwelijks nog te noemen. Het is gereutel van iemand die inmiddels accepteert dat het hameren op dit soort muren niet voor doorbraken zal zorgen. Beter loop je er omheen, of klim je erover.

Een wijze weg, dacht ik.

Maar er was ook direct een andere stem, een sterkere, die zei: ‚Zo ver ben ik nog niet. Ik blijf nog even hameren.‘

Ik dacht dat ‚ons‘ verhaal pas 17 januari verder zou gaan, wanneer de Provinciale Staten de fusie ZB/Scoop weer op de agenda hebben staan. Wanneer het om veel meer gaat dan alleen maar om kosten.

Als u het met een schaakspel wilt vergelijken, dan is de volgende zet al gedaan.

Dat lees ik dus onverwacht in De Bode van 1 januari, die ik tussen het oudpapier vind. Heel slim, heel goed, heel innovatief, goed voor Zeeland, zonder meer. Perfect qua timing. Terwijl de rest nog bijkomt van een uitputtende en zwaar verteerbare kerstvakantie, slaan drie organisaties de handen ineen.

Kennelijk is de ZB ook betrokken, zij het marginaal, want ik lees:

De interim-directeur juicht: ‚Vandaag is een blije dag.‘

Blije gezichten van blije mannen aan het begin van het nieuwe jaar. Ik word er bijna blij van. Op zoek naar de inhoudelijke opdracht en functie van een ZB die nu nog ZB is en, volgens de laatste stand van zaken, per 1 juli samen met Scoop één nieuwe organisatie dient te vormen, kom ik niet verder dan:

We hopen dat het hier een mooi podium, een mooi huis mag worden.

Dat is weinig. Dat is dun. Dat is breekbaar.

Ik ben buitengewoon benieuwd naar wat de reacties van de PS op het feit zullen zijn dat de visie van tenminste een fusiepartner op duidelijk sterkere poten en bredere schouders is gezet. Er is vast en zeker ondertussen voldoende kennis en informatie hieromtrent vergaard om de beleidsmakers goed te kunnen adviseren en sturen. Onpartijdig en integer. Dat spreekt vanzelf. Geen gesjoemel tijdens het schaken.

Dat de volgende headline dezelfde dag op dezelfde pagina van De Bode stond, is puur toevallig.

Het valt best mee

(View from Russian Hill; women laughing while San Francisco is on fire after the earthquake of 1906. By Arnold Genthe, via HistoryPics)

Puin en as en rook. Je kunt het niet zien, het is ook niet het gevolg van een aardbeving. Toch was het de eerste spontane associatie die in mij opkwam toen ik naar de foto keek. Afbraak en vernieling, het met de grond gelijk maken van vitale onderdelen van onze samenleving. Één van de rookpluimen zijn de bibliotheken in dit land.

En terwijl dit allemaal gebeurt, weliswaar minder spectaculair, vindt menigeen het allemaal nog meevallen. Vanaf een zekere afstand en uit een veilige hoogte is dat zo’n gek idee nog niet. Ook al neem je dingen en veranderingen waar, je voelt er immers niets van. Anderen zijn gespecialiseerd in het beleggen in puin en as en in het transformeren ervan in puur goud of diamanten. Fortuinlijke mensen in tijden als deze. Mensen die met volle overtuiging in de camera’s blijven lachen en beweren dat er geen vuiltje aan de lucht is. Sterker nog. Ze geven het goede voorbeeld: ‚Doe het net zoals ik. Je moet alleen de goede keuzes maken.‘

Joost Heessels is één van de eenzame roepers in de bibliotheekwoestijn. Hij heeft het over ‚Een andere kijk‚ en de ‚Functies van een brug‚. Ik ben het niet altijd en in alles met Joost eens, en dat hoeft ook niet. Tot nadenken zetten zijn blogbijdragen altijd aan.

Dat beeld van bruggenbouwer sprak me wel aan. Misschien is dat het beste wat we als bibliotheek van de toekomst kunnen proberen te bereiken, bruggen bouwen voor meer menselijkheid, voor meer gelijkheid, voor meer vrijheid, voor een betere samenleving. Voor iedereen.

Ik hoor u denken: Dream on. Het nieuwe programma ‚Utopia‘ begint volgend jaar bij SBS6. Mooie show. Meld je aan.

Maar kijk eens naar Mecanoo. Een bedrijf gezeteld in Delft, uit eigen land, een huismerk. Ondertussen als architecten wereldwijd bekend, beroemd, bekroond. En wat doen zij precies? Ze bouwen utopische, fantastische gebouwen.
Ik kan me voorstellen dat ze in het begin vaak te horen kregen: Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Of: Er zijn op de hele wereld zoveel architecten die het vast beter kunnen.

Laten we architecten zijn. Laten we beginnen met een brug. Een kleine brug is om te beginnen al genoeg.

The true story of ‚true‘

Madeleine stuurde me gisteravond een filmpje. ‚Iets voor jou?‘, vroeg ze.
Ik was pas laat thuis, maar ik keek er nog even naar.
Vervolgens nog een keer.
Het is een prachtig filmpje.
Het verklaart mijns inziens waarom bibliotheken nog altijd een betekenis hebben,
en die ook altijd zullen hebben.
Omdat bibliotheken het hele verhaal vertellen, het ware verhaal.

Vrijdag de 13e

Inmiddels is het zondag de 15e, maar ik verbaas me nog steeds.

Met een kopje koffie ga ik op vrijdag de 13e stipt 9:30 achter mijn computertje zitten. Het begint te wennen. Het is al bijna zo alsof je een keer per maand je favoriete tv-uitzending volgt. Altijd op vrijdag.

En terwijl ik nog zit te denken, eigenlijk is het nog midden in de nacht, zie ik dat de statenleden dat kennelijk ook denken. Langzaam komen ze binnen druppelen. Een praatje hier en daar, net een gewoon werkoverleg. Met een kleine vertraging van 10 minuten zit iedereen op zijn plek. De voorzitter heet de aanwezigen welkom, ook diegenen op de publieke tribune, ook diegenen die virtueel aanwezig zijn. Dat vind ik aardig. De voorzitter komt sowieso sympathiek over. Ik geniet van mijn koffie en de vroege vrijdagochtend.

Jeroen van Dijen begint en de vaart zit erin. Een stormvloed aan vragen. Wellicht zoveel dat er een extra vergadering volgende week ingelast moet worden?

Iedereen wakker. Zo, dat gaat snel!

Steeds meer leden sluiten zich aan, vragen en klachten, veel klachten over het te laat insturen van 38 stukken, die pas woensdagmiddag de statenleden bereikten. Onmogelijk om alles zorgvuldig door te kunnen nemen. Men wacht op verklaringen. Ook wordt de vraag herhaaldelijk gesteld of het dossier nu eindelijk compleet is. De aanwezigen zijn er ondertussen zo’n beetje klaar mee, krijg ik het gevoel.

Enfin. De fusie ZB/Scoop wordt van agendapunt 6 tot agendapunt 1 verklaard. De bedoeling is dat het kort afgehandeld wordt. Uiteindelijk gaat het anderhalf uur duren.

Ben de Reu krijgt het woord: ‚Fusies zijn geen feest.‘
Verder concludeert hij: ‚Fantasie en feiten lopen door elkaar.‘

Kennelijk is het de dag van de f-woorden. Op het puntje van mijn stoel zit ik op ‚bloody friday‘ of iets ergers te wachten, maar dat blijft fatsoenshalve uit.

Vervolgens zijn de meningen verdeeld over de vraag of het voorliggende dossier wel of niet compleet is, en of het woord ‚moet‘ wel of niet een eis bevat. Meneer de Reu wijst het van zich dat de op handen zijnde fusie van ZB en Scoop tot één nieuwe organisatie ooit een eis is geweest van hem. ‚Ik heb een uitspraak gedaan over het perspectief.‘ Uit de verslagen is daarentegen te zien dat de toenmalige onderhandelingspartners het wel degelijk als een eis opvatten. ‚Dat is dan uw conclusie.‘

De vragen bleven, de verwarring ook. De vergadering pastte zich aan bij het weer. Mistig. In nevelen gehuld. Maar alles wordt uitgezocht, uiteraard, en later schriftelijk beantwoord.

Wat de frictiekosten betreft, geven we het woord aan meneer van Heukelom.

Hij verstrengelt zijn handen in elkaar. Zucht. ‚Alles wat u nu aan mij vraagt… tot januari… ik vrees… ik denk niet… zo complex allemaal… en we zitten midden in de gesprekken… tot januari kunnen er hooguit schetsen… en bovendien is het

KERSTVAKANTIE!‘

Hij weet slechtnieuwsberichten wel over te brengen.

‚Ja maar wat is dan met de fusie 1 januari?‘
‚Dat is toch de omgekeerde volgorde!‘
‚Moeten we dat hele project niet gewoon afschieten?‘
‚Alternatieven… bla bla bla.‘

Zomaar enkele stemmen uit de zaal.

Van Heukelom kalmeert de gemoederen. ‚Ik kan me voorstellen dat 1 januari niet haalbaar is. So what.‘

Nee. men is niet tevreden. Er is geen duidelijk beeld over wat voor nieuwe organisatie het moet worden en welke taken deze moet vervullen. Eigenlijk is er helemaal geen beeld. De omschrijvingen uit het interview in de PZC worden erbij gehaald. De nieuwe organisatie kan ‚De Balie‘ of de ‚Rode Hoed‘ van Zeeland worden. Van Heukelom zet ook dit in het juiste perspektief. ‚Dat zijn mijn woorden niet. Misschien een balietje of een hoedje…‘

In plaats van 1 januari is nu 1 juli waarschijnlijker. Dan zijn we weer een half jaar verder. Een eindeloos, uitputtend, slopend verhaal. Door de gedeputeerden gereduceerd tot een ’so what‘. Voor de betrokken medewerkers het zoveelste uitstel, opnieuw maanden van onzekerheid erbij, ook over de feestdagen, ook over de jaarwisseling. Met geen woord wordt daarover gepraat, over de mensen waar het om gaat.

Ik wens iedereen fijne feestdagen, vooral al mijn collega’s die, ondanks alles, iedere dag opnieuw hun best doen voor alle bezoekers van de bibliotheek. Een zeer gemeend chapeau!

[bron afbeelding: „La construcción de la Torre de Babel“, miniatura del codice ‚Egerton Genesis Picture Book‘ (s. XIV), British Library ]